We rijden weer midden in de nacht af naar Verdun. De reis verloopt goed tot we bij de afslag Brussel komen, die blijkt door werkzaamheden afgesloten te zijn. Herman laat een paar ‘wat zal ik zeggen’ woorden vallen die het daglicht niet kunnen velen. We schieten alle drie vreselijk in de lach wat resulteerde in nog een salvo. Maar gelukkig beschikken we weer over twee navigatie apparaten die gelukkig alle twee het zelfde aan geven. De schade bleef beperkt, ongeveer 15 minuten omrijden. Brussel eenmaal achter ons gelaten gaan we op zoek naar een parking om wat koffie en broodjes te nuttigen. We stappen uit en ik pak uit de achterbak mijn rugtas met proviand. Ik neem altijd broodjes met gekookte eieren mee je weet wel voor de nodige energie. Maar wat men ook weet is dat als je zo’n broodje verpakt in aluminiumfolie open maakt er een vreselijke meur uit komt. Dus nu beginnen alle drie de heren commentaar te geven, dat ik maar een eindje uit hun buurt moet gaan staan en dat ik met dat broodje niet in de auto kom. Ze zien mij heerlijk smikkelen van het broodje, ik zie ze watertanden en vragen dan op een gegeven moment of ik er nog meer heb. Ik zei: ,,Jullie vinden mijn broodjes toch stinken!” Uiteindelijk hebben de heren dus mijn overheerlijke broodjes opgegeten. Als toetje roken we nog een heerlijke sigaar en gaan weer op pad.
Na nog een paar keer stoppen komen we ’s morgens half acht aan en rijden we het erf op van La Gabrielle. Roland komt gelijk naar buiten en vraagt of we trek in koffie hebben, nou daar hebben we wel oren naar. We nemen plaats voor het huis want het weer is goed de temperatuur loopt al aardig op. Roland komt met de koffie naar buiten en we praten een heel jaar weer bij. We zetten de bagage in het kippenhok en gaan op pad voor boodschappen, dat is ieder jaar weer het zelfde ritueel. Vanavond komen ook de drie broers weer en gaan we gezamenlijk aan de BBQ. Dat belooft weer feest te worden!!!!!!!!!! En jullie weten wel waarom!
Inmiddels klaar met onze huishoudelijke taken stappen we in de auto en rijden richting het Argonne bos alwaar we op zoek gaan naar Ravin du Génie. Aangekomen bij het kamp valt onze klus op het dek, ze hebben het kamp zoals wij dat zeggen vertamponeerd (verminkt)! Ze zijn het kamp aan het restaureren en hoe, met gasbetonblokken van de plaatselijke Gamma en veel oude treinbielzen. We hebben wel vernomen dat er reparatie werkzaamheden plaats vonden aan het kamp maar niet op deze manier. De reparatie werken zijn daarom ook stil gelegd omdat ze zich niet aan de oude foto’s en oorspronkelijkheid hebben gehouden. Association “Argonne Meuse Patrimoine” hebben er naar mijn inzien een pretpark van gemaakt. Je kan hierover natuurlijk verder discussiëren, het is toch mooi gedaan, je krijgt een beeld van hoe de soldaten geleefd hebben in die tijd. Allemaal waar. Maar nu weer gezellig, terwijl wij daar rond lopen horen we ineens roepen: ,,Hé sigarenboeren!!!!!!” En even later komen zo’n 7 man tevoorschijn, het is JP die een rondleiding aan het geven is. JP zegt: ,,Ik rook jullie al op 100 meter hier vandaan.” De andere mannen spreken ons ook aan en noemen ons bij naam wat ons verbaasd, wij hebben ze immers nooit gezien laat staan gesproken. Eén van hen zegt: ,,Ja wij herkennen jullie van de reisverslagen.” Waarop ik reageer: ,,lezen jullie die troep dan?” Na nog wat nagepraat te hebben gaat JP weer verder met zijn tour en spreken af dat we zondag bij hem langs komen. Hier onder wat foto’s van het kamp.
De groep mannen uit Friesland met JP. Het was leuk jullie te ontmoeten!
We rijden terug langs de voormalige begraafplaats van het PI 20. In het Bois de la Gruerie (Argonnen, in de buurt van La Haute Chevauchée), langs de D38 van Varennes naar La Harazée, bevinden zich de resten van een oude Duitse begraafplaats. De begraafplaats was van het Duitse 2e Lotharingse Pionier-Bataillon nr. 20. De graven zijn inmiddels geruimd, en overgebracht naar de begraafplaats van Servon-Melzicourt. Het monument van de begraafplaats bevindt zich daar ook. Het enige wat nog rest zijn de muren en het oude hek.
Oude foto’s Tommy v.D.
Foto: Wim Degrande
We rijden ook nog langs het monument ter nagedachtenis van korporaal Bernard Citroën. Bernhard meld zich vrijwillig aan om dienst te nemen. Hij sneuvelt op 9 oktober 1914. Hij is familie van Andre Citroën de grote man achter de automobiel. Het monument is ontworpen door Paul Moreau Vauthier deze Paul is ook de ontwerper van de demarcatiepaal. (Het monumentje ter nagedachtenis van korporaal Bernard Citroën is te vinden op 49°12’17.90″ – 4°53’00.60″, in het grensgebied van Marne en Argonne. Als je van Vienne-le-Chateau via de D63 richting Binarville rijdt -rue des Ponts- en linksaf de D266 neemt richting Servon-Melzicourt, vind je het na ca. 500 m. op een grasveldje aan de bosrand, rechts van de weg. Bron: den Korrigann. )
Inmiddels beginnen onze magen te knorren en gaan we ons te buiten aan een heerlijk stuk stokbrood met Franse kaas.
Na het nuttigen van onze middag maaltijd gaan we weer op pad. We gaan nu op zoek naar het Duitse kamp Moreaux. Het kamp is een een gereconstrueerd Duits rustkamp. Er zijn allerlei onderkomens te bezichtigen, een stuk smalspoor en het monument Rir 73 dat mooi gerestaureerd is.
We rijden nu naar het nieuwe monument van het Lost Battalion. Het monument is ter ere van de 100 jarige herdenking 2014 op 8 oktober 2008 geplaatst.
Apremont/Binarville. Het monument voor the lost Battalion.
2 Oktober 1918: Een groot Frans – Amerikaans offensief met de opdracht een doorbraak te forceren en de ruïnes van de molen bij Charlevaux te bezetten in het Argonner woud. Slechts één Amerikaans bataljon onder leiding van majoor Charles White Whittlesey slaagde erin na een hevige strijd de Duitse linies te doorbreken en het doel te bereiken. Maar al snel bleek dat ze in het midden van niemandsland terecht waren gekomen, afgesneden van hun Engelse en Franse bondgenoten en omsingeld door de Duitsers. Terwijl ze wachtten op versterking, probeerden ze te overleven in de hel.
Het bataljon van majoor Whittlesey, een advocaat uit New York, bestond in overgrote meerderheid uit een samenraapsel van vrijwilligers, afkomstig uit de achterbuurten van die stad. De Amerikanen leden, onder andere door eigen artillerievuur, zware verliezen maar dachten gewoon niet aan opgeven, dit tot verbijstering van de Duitsers die hun hele frontlijn bedreigd zagen. Het bataljon werd omsingeld en geïsoleerd doordat de telefoonlijnen verbroken waren. Slechts met postduiven konden zij verbinding met hun hoofdkwartier onderhouden. Er was gezegd dat de flanken gedekt zouden worden door de Fransen en dus bleven de Amerikanen doorgaan, ondanks de verliezen, zonder voedsel of drinken, bijna zonder munitie.
De laatste duif die majoor Whittlesey tot zijn beschikking had was Cher Ami, een van de 600 duiven die het Amerikaanse leger inzette tijdens de Eerste Wereldoorlog. Deze duif bezorgde twaalf belangrijke berichten en dankt zijn faam aan die keer dat hij een noodkreet van de omsingelde majoor Whittlesey overvloog. Die noodkreet luidde: ‘We are along the road parallel to 276.4. Our own artillery is dropping a barrage directly on us. For heaven’s sake, stop it.’
Tijdens die vlucht werd Cher Ami geraakt in zijn oog en zijn borst; het pootje met het kokertje met de boodschap werd er bijna afgeschoten. Zwaargewond vloog de duif door naar zijn nest, 25 kilometer verderop, waar de boodschap werd gelezen en de bombardementen werden stopgezet. Zo redde Cher Ami het leven van 194 mannen.
Na vijf dagen wanhopige gevechten slaagden versterkingen erin hen te ontzetten. Slechts 194 van de oorspronkelijk meer dan 500 Amerikanen verlieten levend het bos.
Op de D442 tussen Apremont en Binarville staat een gedenkplaat voor majoor Whittlesey en zijn Lost Battalion. Een pijl wijst omlaag naar de plaats des onheil.
Het is inmiddels een uur of twee in de middag en we besluiten om terug te rijden naar La Gabrielle. De oude knarren zijn inmiddels een beetje afgepeigerd. We hebben de hele nacht gereden en dat voelen we goed. Herman gaat naar bed en binnen 3 minuten horen we een gesnurk uit zijn slaapkamer komen, hij ligt het hele Argonne bos om te zagen. Rene en Henk besluiten ook even op bed te gaan liggen. Daar zat ik dan alleen met al mijn vrienden. Uiteindelijk besluit ik ook maar even op de bank te gaan liggen. Binnen 10 seconden was ik ook van de wereld. Op een gegeven moment schrik ik wakker, er lopen een paar van Rolands kippen in de kamer rond te scharrelen. Ik kijk op mijn horloge en zie tot mijn schrik dat het inmiddels half vijf is. Ik spring van de bank en jaag de kippen naar buiten wat gepaard gaat met de nodige herrie. Herman, Rene en Henk zijn inmiddels ook wakker geschrokken en komen om de hoek kijken wat er aan de hand is. Ik vertel dat het half vijf is en dat Bas met zijn broers ieder moment aan kunnen komen en dat zij verwachten dat er wat te eten is. We schenken wat te drinken in en Rene begint met het in elkaar zetten van de bbq. Herman besluit Bas te bellen om te horen waar ze zitten. We krijgen te horen dat ze net Luik voorbij zijn dus dat duurt nog wel zo’n twee uur voordat ze bij ons aankomen. Rene, Henk en ik besluiten nog een wandeling te maken naar de Amerikaanse begraafplaats. Vorig jaar hebben we ergens gelezen dat er tussen de 15000 witte kruizen één kruis moet zijn met op de achterkant een tekst van de familie van de soldaat. Rene en ik hebben vorig jaar ook gezocht maar niet gevonden en dachten alle bij dat het een fabeltje was. We besluiten om nog een poging te wagen en pakken ieder een perceel met kruizen. Na ruim drie kwartier zoeken geef ik het bijna op en denk terwijl ik over al die graven loop “jongens help me” en ik sta ineens voor het kruis met de tekst op de achterkant. (Is het toeval!,of?.) Het is het graf van Charles. S. Weaver. Hij is gesneuveld op 12 oktober 1918 hoe oud hij was staat niet vermeld op zijn graf. op de achter kant staat geschreven, “Greater love hath no man than this that he lay down his live for his friends”. Met gemengde gevoelens keren we terug naar La Gabrielle. Het graf kunt u vinden in perceel A rij 37 graf 38 Meuse Argonne American Cemetery bij het dorp Romagne sous Montfaucon.
Weer bij La Gabrielle aangekomen zijn ook de drie broers gearriveerd. Het is een feestelijk weerzien, de moppen, verhalen en andere lichaamsgassen vliegen weer over tafel. Rob heeft weer zijn befaamde saté gemaakt en gaat de keuken in om het een en ander voor te berijden. Rene onze huis pyromaan is weer zijn bbq aan het opstoken. Daar heeft hij een speciale methode voor, hoe?…..tja een goede kok verteld ook zijn recepten niet. Tijdens het eten wordt er van alles verteld en gelachen. Het is weer erg gezellig. We noemen deze reis naar wat moppen van Rob dan ook “is het kippenhok al open”. Waarom?.. ja dat moeten jullie zelf maar in vullen. U kunt Rob een mailtje sturen en er naar vragen.( rob.kip@kippeneimetsliert.nl). Roland van La Gabrielle komt later ook even om de hoek kijken. Hij heeft zijn beroemde eigen gestookte Mirabellen shit bij zich, waar niemand van weet hoeveel alcohol het bevat. We gaan door tot in de late uurtjes.
Lekker sigaartje
Speklapje voor Herman
Dag 2
Het is 7uur als de wekker afloopt. Ik rol uit mijn bed een loop richting de wc. Herman zat al helemaal gesoigneerd in het het zonnetje te genieten van de mooie ochtend. Na een morge in de richting van Herman stap ik ook maar onder de douche. De andere boys maken ook toilet en we gaan lekker ontbijten bij Roland. Onderweg komen we ook de drie broers tegen bij de kippenschuur alwaar ze de kippen inmiddels los hebben gelaten. Nou dat beloofd weer wat vandaag. Tijden het ontbijt bespreken we waar we deze dag gaan rond hangen.
De kippen!!
We gaan als eerste langs Montfaucon, het Amerikaanse monument aldaar stond vorig jaar in de steigers om gereinigd te worden voor de grote herdenking in 2014. We zijn nieuwsgierig hoe het er nu bij staat. Ook vertelde JP ons dat ze de bunkers op het terrein hebben afgegraven. Boven op de heuvel staat het Mémorial Américain, een 58 meter hoge Dorische zuil met daar bovenop een Statue of Liberty. Het oorspronkelijke dorp Montfaucon d’Argonne, dat in de oorlog volledig verwoest werd, ligt vlak achter het Mémorial. Het is een van de ‘villages détruits’ die als monument worden bewaard. Er staan daar nog resten van de oude kerk en een weer opgebouwde Duitse observatiepost. Op het daarnaast gelegen dorpskerkhof staat een oorlogsmonument ‘Aux enfants de Montfoucon mort pour la Patrie’. Die wederopgebouwde Duitse observatiepost toont het belang van deze heuvel: wie de hooggelegen posities beheerste kon de gehele omgeving domineren. Tijdens de oorlog hadden de Duitsers de hooggelegen posities in handen in de dorpen Romagne-sous-Montfaucon, Cunel en Montfaucon d’Argonne. Zij hadden hier zwaar versterkte posities gebouwd en het was de taak van de Amerikaanse troepen deze versterkingen aan het einde van de oorlog te veroveren. Vlak voor de slag waren midden in de nacht 200.000 man Franse troepen in alle stilte teruggetrokken uit de voorste linies en vervangen door 600.000 Amerikanen. De Duitsers schijnen hier niets van gemerkt te hebben tot het te laat was. Op 26 september 1918 opende de Amerikaanse artillerie om 2.30 uur een drie uur durend bombardement op de Duitse linies. Om 5.30 uur begon de grote Amerikaanse aanval op Montfaucon. De Duitsers boden verbeten tegenstand en het duurde tot de middag van de volgende dag voordat Montfaucon door de Amerikanen was veroverd. Dit oponthoud gaf de Duitsers de gelegenheid versterkingen aan te voeren waardoor het nog tot 14 oktober zou duren voordat de Amerikanen erin slaagden de dorpen Romagne-sous-Faucon en Cunel te veroveren. Bron: M.p. Wielinga.
We rijden nu richting Verdun. We gaan voor de zoveelste keer de Tavannes tunnel in. De drie broers waren hier nog nooit geweest. Ik heb uit betrouwbare bron vernomen dat er in de tunnel in de zijwand een gat is gehakt waar een ruimte te zien is met een gang die in een bocht weg loopt. Ze zijn tijdens de oorlog waarschijnlijk bezig geweest om richting Fort Tavannes te graven of om meer ruimte te creëren voor de soldaten die in de tunnel hun toevlucht zochten. zie ook
Van de tunnel rijden we richting Ossuaire. Het knekelhuis krijgt een grote schoonmaakbeurt en dat alles weer voor de 100 jarige herdenking in 2014. Ook de Franse graven er voor krijgen nieuwe witte kruizen. De oude kruizen zijn met een bulldozer van de begraafplaats geveegd.
Het is inmiddels weer etenstijd dus…….pain du stok! met veel camewattes. Het smaakt weer heerlijk. Na onze lunch vertrekken richting Remenauville village détruit. We verkijken ons op de afstand er naar toe maar naar een uur rijden komen we bij het voormalig dorpje aan. Het dorp telde in 1914 138 inwoners. Het dorp lag aan de frontlinie en werd in september 1914 door de Duitsers bezet. Er werd in 1918 vreselijk om het dorp gevochten, de Amerikanen verjoegen de Duitsers tijdens hun opmars richting “Sailliant de Saint Mihiel”. Het dorp werd totaal vernietigt. De oorspronkelijke bewoners wilden het dorp niet opnieuw opbouwen na de oorlog. Op de plaats waar de grote kerk van het dorp heeft gestaan staat nu een herdenkingskapel. De oude hoofdstraat wordt aan gegeven met een naambordje Rue de I’Eglise en aan beide zijde van de straat liggen nog de puinhopen van de oude huizen.
We gaan weer verder en rijden richting Bois le Prêtre (het bos van de pater). De soldaten noemden dit bos ook wel ‘Weduwenbos’ of ‘Dodenbos’. Het was ook in dit bos waar de Duitse dichter Ernst Toller moest vechten, hij schreef het volgende; ‘Wij slapen tegen elkaar gedrukt in modderige schuilplaatsen, het water loopt van de wanden af, aan ons brood knagen de ratten, aan onze slaap de oorlog en het Vaderland….Wij begraven onze doden niet. Als ik niet gebukt door de loopgraven sluip, weet ik niet of ik langs een dode of levende loop. Hier hebben lijken en levenden dezelfde grijs gele gezichten.’ De Duitse dichter storte na enkele maanden totaal in en werd ongeschikt voor het leger terug gestuurd naar Duitsland. De loopgraven van de frontlinie liggen er nog, de Franse opnieuw maar moeilijk te ontdekken en van een trieste slordigheid, de Duitse nog steeds in betrekkelijke goede staat. de afstand ertussen is soms nauwelijks meer dan vijftien meter. De grond is inmiddels weer begroeid, maar bezaaid met in elkaar geklit prikkeldraad en roestige Spaanse ruiters, die vervaarlijk omhoogsteken en nog steeds nare verwondingen kunnen veroorzaken.
We gaan nu weer richting Romagne, Bois le Prêtre laten we achter ons en besluiten om hier zeker terug te komen. Onderweg komen we nog langs Tranchee de la Soif in het bos Dáilly. Hier zijn we in 2008 ook geweest ( zie verslag 2008) maar Rob,Cees en Bas niet, dus maken we hier gelijk gebruik van om het hen te laten zien.
Aangekomen bij La Gabrielle beginnen de heren te tokkelen dat ze wel wat te drinken willen hebben. Binnen 40 seconden staat de tafel vol met alle alcoholische dranken die we in huis hebben. We zitten heerlijk buiten want de temperatuur is nog prima. Rene, onze chef pyromaan is ook weer aan de gang om zijn kachel een beetje op temperatuur te brengen zodat de heren wat te eten kunnen maken. De eerste lachsalvo’s klinken al weer over het Franse landschap. De drie broers hebben weer last van hun anale opening. Het gereutel is in de wijde omgeving waar te nemen, en soms denken we, daar moet een lepeltje vocht bij zitten. Naar mate de alcohol vloeit komen ook de sterke verhalen los, de ene nog mooier dan de ander. Ik ging met een paar klemkaken van het lachen uiteindelijk maar naar bed.
Rene achter zijn kacheltje.
Dag 3
De wekker loopt af, ik hoor de regen kletteren op het dak van het kippenhok. Dat betekent dat we voor vandaag andere plannen moeten maken. Herman die ook net wakker is zei, ‘we laten ons de dag niet verpesten door een beetje regen’. We springen om de beurt onder de douche en maken ons klaar voor het ontbijt bij Roland. De drie broers zitten ook al aan tafel en we zijn de regen al snel vergeten. De eerste lachsalvo’s galmen al weer door het pand. Roland komt even om de hoek kijken of alles wel goed gaat en dat zijn ontbijttafel wel heel blijft. Ik zou ook ongerust zijn als ook zo’n zooitje in huis zou hebben. Na het ontbijt gaan we terug naar het kippenhok om plan de campagne te maken. We besluiten om eerst bij JP en zijn familie te gaan kijken. Na alles opgeruimd te hebben en de auto weer ingeladen nemen we afscheid van Beatrice en Roland en moeten beloven dat we volgend jaar weer terug komen.
We komen aan in ‘Romagne sous Montfaucon’ we zijn een uur te vroeg bij JP. Het museum zit nog potdicht. Ik loop naar het woonhuis en de familie is al wakker. JP is blij ons te zien en gooit voor ons de deuren van het museum open. Birgit de vrouw van JP begroet ons ook weer hartelijk en gaat gelijk koffie voor ons zetten. We praten weer heel wat af en luisteren naar de enthousiaste verhalen van JP. Ondertussen bewonderen we ook het winkeltje van het museum waar weer van alles uit gekocht wordt. JP verteld ons dat er het een en ander is veranderd in het museum en dat we dat zeker moeten zien. Dus hop….het museum in.
Het bezoeken van het museum is een belevenis en zeker ieder aan te bevelen. Ondertussen regent het nog steeds en we vragen aan JP of hij nog een idee heeft waar we naar toe kunnen gaan. Hij loopt naar een rek aan de muur met folders en haalt er één uit. Fort Fermont hij vertelt dat dit fort een onderdeel is van de Maginotlinie en zeker de moeite waard is om te bekijken. Het is dan wel geen WW1 onderwerp maar we besluiten om hier naar toe te gaan. Met pijn in ons hart nemen we weer voor een jaar afscheid en gaan op pad.
De Maginotlinie is ongetwijfeld de beroemdste verdedigingslinie van deze eeuw, maar ook de minst bekende. Na uw bezoek aan het fort Fermont begrijpt u beter hoe het werkelijk was en heeft u kennis gemaakt met de gebruikte technieken, de uitrusting en organisatie. Een bezoek aan Fermont is eigenlijk een ontdekkingstocht die u, in meer dan twee uur, op 30 meter onder de grond in het hart van het werk brengt; buiten gekomen kunt u bij de gevechtsblokken nog steeds de sporen zien die de gevechten in 1940 hebben achtergelaten. Ondergronds is het voormalig munitiemagazijn dat gebruikt werd voor de opslag van munitie en explosieve. In de kazerne en de elektrische centrale, met 4 motoren van 225 pk en generatoren kunt u zich een beeld vormen hoe de bemanning van 600 man leefde en werkte. Over een traject van ongeveer 1 kilometer brengt de elektrische trein u naar de voet van blok 4. Na een bezoek aan deze artillerie-kazemat komt u weer buiten. Bovengronds kunt u de andere gevechtsblokken zien, waaronder de nog werkende hefkoepel van blok 1. Daar wordt u verteld hoe het fort Fermont, ondanks aanvallen via de achterzijde, onder het bevel van kapitein Aubert standgehouden heeft tot aan de wapenstilstand in juni 1940. Het voor de munitie-ingang gebouwde museum bezit een grote collectie wapens en uitrustingsstukken, die in hun originele opstelling staan opgesteld. Vooral de vijf hefkoepels zijn de moeite waard en de enige in Frankrijk die op een dergelijke manier aan de bezoekers getoond worden. Tenslotte is Fermont het gedenkteken dat opgericht is ter herinnering aan de troepen “overgeleverd aan de vijand zonder overwonnen te zijn” omdat de Maginotlinie stand hield tot aan de wapenstilstand van 25 juni 1940. Een bezoek aan Fermont betekent twee uur bezig zijn met het verleden…
Na de rondleiding is ons weekeind weer teneinde. We nemen afscheid van de broers Kees, Rob en Bas en spreken af dat we volgend jaar weer van de partij zijn. Wij beginnen aan de thuisreis.