Ontdek het vergeten verleden van de Eerste Wereldoorlog
Ouvrage de Froideterre

Ouvrage de Froideterre

 

 
Bouw en beschrijving
 
Ouvrage de Froideterre werd gebouwd van 1887 tot 1888. Het werd gemoderniseerd van 1902 tot 1905. De bouw kostte 1.000.000 franc. De bemanning bestond in 1914 uit 76 man, in 1916 uit 130 man en in 1917 uit 90 man. De kazerne bestond uit een keuken, magazijnen, latrines en een kamers voor één officier, 10 onderofficieren en 132 manschappen. De bewapening was één Tourelle de 75 R Mle 1905 (een pantsertoren met twee 75 mm-kanonnen), twee machinegeweertorens, drie uitkijkkoepels en één Bourges-kazemat met twee 75 mm-kanonnen. De machinegeweertorens werden ieder bemand door 5 man, terwijl de pantsertoren ingericht was voor 16 man. De Bourges-kazemat was gericht richting Charny.
Het onderaardse tunnelsysteem had een lengte van 480 meter.
Ouvrage Froideterre was in het begin vooral een klein en eenvoudig bouwwerk voor de infanterie. Maar in 1902 werd de bouw gewijzigd. Het is uniek in zijn bouw in de omgeving van Verdun, vanwege de plaatsing van de hoofdkazerne, de Bourges-kazemat, de aparte mitrailleurtoren en de pantsertoren. In de hoofdkazerne zelf bevond zich ook nog een mitrailleurtoren. Ook waren er nergens schietgaten ter verdediging van de Ouvrage. Tijdens de slag zou de pantsertoren deze taak op zich nemen. Een groot minpunt van de Ouvrage was het feit dat alle verschillende bouwwerken niet onderling met elkaar verbonden waren. Tijdens de slag moesten dan ook de manschappen over het open terrein naar de verschillende onderdelen rennen. Toen midden 1916 de onderaardse tunnels gebouwd werden, werd dit probleem grotendeels opgelost.
In de vesting ring rond Verdun had deze Ouvrage de sterkste bewapening van alle overige ouvrages.

Vestingwerken in de omgeving
 
Ouvrage de Froideterre vormde het centrum van een groep grotere en kleine fortificaties, waaronder artilleriebatterijen en versterkte onderkomens. Tot de groep “Ouvrage A de Froideterre” behoorde de volgende vestingwerken:
Batterie 1-1, ten zuidwesten van de Ouvrage, gebouwd in 1888-1909, bewapend met vier 155 mm langeafstandskanonnen (155L);
Batterie 1-2, ten zuidwesten van de Ouvrage, gebouwd in 1888-1909, bewapend met vier 155 mm langeafstandskanonnen (155L);
Batterie 1-3 de Froideterre, ten noordoosten van de Ouvrage, gebouwd in 1888-1909, bewapend met vier 95 mm kanonnen;

Batterie 1-4 de Froideterre, ten noordoosten van de Ouvrage, gebouwd in 1888-1909, bewapend met vier 120 mm langeafstandskanonnen (120L)
Dépôt intermédiaire (d) de Froideterre, ten noordoosten van de Ouvrage;
Abri de Combat MF1 voor 1 compagnie, ten zuidwesten van de Ouvrage, met de bijbehorende versterkte loopgraaf Rétranchement Betonné;
Abri de Combat MF2 voor 1 compagnie, ten zuidwesten van de Ouvrage, met bijbehorend Rétranchement Fontaine Roi du Prusse;

Abri-Caverne de Froideterre (Abri des Quatre Cheminées), ten noordoosten van de Ouvrage.

Gedurende de Eerste Wereldoorlog
 
De Bourges kazemat van Ouvrage Froideterre in 1916. Hierop zijn ook de kapotgeschoten hekken te zien.
De ingang van de Ouvrage de Froideterre, met daarop de enorme inslag naast de middelste hoofdingang, die 5 man doodde, 8 man had bedolven en 3 man verwondde.
De ingang van de Ouvrage de Froideterre, met daarop de enorme inslag naast de middelste hoofdingang, die 5 man doodde, 8 man had bedolven en 3 man verwondde.
Toen in augustus 1915 besloten werd om alle forten rondom Verdun te ontdoen van hun geschut, werden ook de twee 75 mm-kanonnen uit de Bourges-kazemat weggehaald, inclusief munitie en bemanning. De kanonnen in de Tourelle de 75 R Mle 1905 bleven op hun plek. In maart 1916 werden de kanonnen uit de Bourges-kazemat met grote moeite terug vervoerd naar de Ouvrage. Op 21 februari 1916 lag de Ouvrage onder artillerievuur van alle kalibers. Het probleem van het ontbreken van een onderlinge verbinding tussen de verschillende blokken werd toen duidelijk. Door de bombardementen werd het terrein rond de Ouvrage veranderd in een maanlandschap. Van de prikkeldraadversperringen en het hek rondom de Ouvrage bleef niets over.
Naast de bemanning waren er ook vele materialen en andere soldaten aanwezig in de Ouvrage, wat er toe leidde dat na een tijdje het bouwwerk overvol was. De commandant probeerde deze situatie te veranderen. Op 10 mei was er dan ook een bevel dat alle soldaten die niet tot de bemanning van het bouwwerk behoorden weg moesten gaan. Hierdoor kon de bemanning zich weer fatsoenlijk bewegen in de ruimtes en het werk verdedigen.
Het front bevond zich op 1700 meter voor de Ouvrage de Thiaumont. Er waren constant waterproblemen in het werk, omdat de manschappen die het water naar de Ouvrage moesten dragen problemen hadden om door het artillerievuur het bouwwerk te bereiken.
Op 20 juni schoot de Duitse artillerie massaal op de Ouvrage en enig contact met de buitenwereld was niet mogelijk. Kalibers van 30,5 cm en 38,0 cm kwamen neer op het bouwwerk. Op 21 juni werd het geschut nog heviger en ook werden nu gasgranaten op het bouwwerk afgeschoten.

De verschillende onderdelen van de Ouvrage bleven echter intact. Vaak werd wel de pantsertoren geblokkeerd door de opvliegende aarde, waardoor manschappen naar buiten moesten en de toren vrij moesten maken met bajonetten. De beschietingen bleven maar heftiger worden en de hoofdkazerne kreeg een aantal zeer zware treffers te verduren, waaronder een aantal van 380 mm. De plafonds en gangen werden beschadigd, en op sommige delen hing het dak meer dan 10 cm naar beneden. Deze delen werden door de pioniers weer gestut. Er was echter een vreselijk zware treffer die een enorme beschadiging veroorzaakte aan het plafond en de voorkant rechts naast de middelste ingang. Vijf man was op slag dood, acht man was bedolven en drie mannen waren verwond. In de Ouvrage werden de manschappen steeds angstiger.
Op 22 juni werd de beschieting wat minder, alleen werd er wel meer gas op de Ouvrage afgevuurd. Op de late avond barstte het Duitse artillerievuur echter met ongekend geweld weer los. Meer dan 100.000 granaten werden op de linie Souville-Fleury-Froideterre afgeschoten. In de nacht van 22 op 23 juni werd ook fosgeengas afgeschoten door de Duitsers. De Duitsers hadden al hun hoop op dit gas gevestigd. Het was hun enige kans op een succesvolle aanval. Deze gasbeschieting begon om 22 uur.
Om half vier in de ochtend van de 23ste juni hield de beschieting plotseling op. De Ouvrage lag geïsoleerd in rook en had geen enkele verbinding met de buitenwereld. De Duitse artillerie had haar doel veranderd richting de Franse aanvoerwegen. Deze Duitse aanval begon om 6 uur, en het vuur was nu gericht op het gebied rond Fumin en de berg van Vaux. Deze aanval zorgde voor enorm veel slachtoffers. Bij de Ouvrage de Thiaumont viel de 1ste Beierse Infanteriedivisie aan en nam de resten van de Ouvrage de Thiaumont in. Het zorgvuldig en nauwkeurig uitgewerkte aanvalsschema van de Duitsers was hiermee begonnen. De Beierse regimenten vielen massaal aan en de eerste Franse stellingen werden ingenomen. Het Beierse Infanterieregiment 10 en het Beierse Jagersbataljon 2 hadden echter zeer veel moeite vanuit de granaattrechters de heuvel van Froideterre te beklimmen. De aanvalstroepen die naar voor stormden werden door in vuurgevechten teruggestoten. Velen verloren in het maanlandschap hun oriëntatie.
Oberleutnant Ludwig naderde de Ouvrage de Froideterre en verzamelde onderweg zo veel mogelijk verdwaalde soldaten om zich heen. De eigenlijke troepen die de Ouvrage moesten aanvallen waren verkeerd terechtgekomen in de buurt van Fleury. De bijeen gezamelde troepen konden de Ouvrage bereiken zonder beschoten te worden. Haastig klommen ze over de verwoeste prikkeldraadhindernissen en renden naar het dak van de hoofdkazerne. De geschutstorens deden niets en leken buiten gevecht gesteld. De Duitse soldaten gooiden handgranaten door de luchtinlaten om de bemanning van de Ouvrage uit te roken. Daarbij werd een stapel alarmgranaten aan de binnenkant van het bouwwerk getroffen, en deze explodeerden. Hierdoor kwamen uit de luchtinlaten grote hoeveelheden witte rook, waardoor de Duitse troepen vermoedden dat de Fransen de Ouvrage klaar hadden gemaakt voor ontploffing. Daarop doken de Duitse aanvallers terug in granaattrechters. Plotseling bewoog de Tourelle de 75 en beschoot de Duitse troepen met een enorme intensiteit.
Oberleutnant Ludwig en zijn troepen lagen vast. Een kleine groep van 30 man kwam als versterking, met het bericht dat men vol moest houden. De verliezen stegen, Oberleutnant Ludwig sneuvelde, net als steeds meer soldaten van zijn troepen. De Franse tegenstand werd sterker en versterkingen waren onderweg.

De volgende ochtend, na een heftige onweersbui, werden de overgebleven Duitse troepen nog een keer aangevallen door de Fransen. Ze konden deze aanval niet meer weerstaan. De overlevenden werden krijgsgevangenen.
De Franse bemanning had de Duitse aanvallers zeker gezien, en de machinegeweertoren die gelegen is in de hoofdkazerne zou op bevel gaan vuren, en werd daardoor omhoog gedraaid. Ze konden de toren echter niet meer draaien door betonresten en aarde die de ring rond de toren verstopten. De volgende pogingen om de toren gereed te krijgen verergerden alleen maar de situatie, en de toren raakte steeds verder beklemd.
De Fransen zagen vanuit hun posities de Duitsers over de hoofdkazerne lopen en handgranaten door de luchtinlaten naar beneden gooien. De Fransen konden niets doen. Toen grote hoeveelheden witte rook uit de luchtinlaten kwam, zagen ze de Duitsers terugtrekken naar rond omliggende granaattrechters. Plotseling kon de Tourelle de 75 weer aanvallen, en deze schoot dan ook intensief op de Duitsers.
Later zag men de Franse versterkingen aankomen. Zij bestonden uit compagnieën van het 114e Alpenjagerbataljon en delen van Infanterieregiment 297. Zij dreven ook de Duitsers voor de Ouvrage weg. Hiermee leek de Duitse aanval afgeslagen.
Men probeerde hierna de Ouvrage weer zo goed mogelijk te repareren. Er volgden echter nog verdere zware beschietingen. De noordoostelijke machinegeweertoren werd zwaar beschadigd en was daarna niet meer te gebruiken. Met de grote Franse tegenaanval van 24 oktober 1916 weken de voorste frontlinies een eind terug van de Ouvrage. Half 1916 was men begonnen met het aanleggen van onderaardse tunnelsystemen, om hiermee de onderlinge delen van de Ouvrage met elkaar te verbinden. Eind 1917 werd de noordoostelijke machinegeweertoren weer gerepareerd. Tot het einde van de oorlog werden nog vele (reparatie)werkzaamheden aan het bouwwerk uitgevoerd. Van 1916 tot 1918 heeft de Ouvrage zeker meer dan 30.000 granaten op zich afgevuurd gekregen.

 
Na de Eerste Wereldoorlog
Na de oorlog werd de bemanning van de Ouvrage afgelost. Er waren nog wel regelmatig werkzaamheden, waaronder het betonneren van een deel van de onderaardse tunnels. Ook werd er nog een klein deel aan de Bourges-kazemat gebouwd. Deze werkzaamheden werden niet meer voltooid.

Gedurende de Tweede Wereldoorlog
 
Toen de Duitsers in 1940 oprukten richting Verdun was de Ouvrage de Froideterre weer in gebruik, en beschoot hij de Duitse troepen van het IIIde Bataljon en Infanterieregiment 194, die oprukte vanuit Bras-sur-Meuse. Ook raakten Duitse voertuigen hierbij in brand. Toen de eerste Duitse troepen de Ouvrage naderden, werd de vurende pantsertoren opgemerkt. ‘Panzerjäger’ werden vervolgens ingezet, die een aantal gerichte schoten op de pantsertoren ervoor zorgden dat de bemanning zich overgaf. Drie officieren en 150 man gingen in gevangenschap. Het is niet bekend of de Wehrmacht de Ouvrage nog gebruikt heeft.
Vandaag
Na de Tweede Wereldoorlog is het bouwwerk niet meer gebruikt, en raakte het steeds verder verscholen onder struiken en bomen. Tot de 70er jaren was het erg moeilijk om de Ouvrage de Froideterre terug te vinden. Resten van de aanval in 1940 konden indertijd nog gevonden worden rond de pantsertoren. Het bouwwerk is weer te betreden sinds 1971.
Sinds 1988 zijn de onderaardse tunnels door een vleermuishek afgesloten.
Vandaag de dag is het echter volledig opgenomen in het toeristische pad. Hierdoor is het goed aangegeven vanaf de weg (het wordt aangegeven vanaf het Ossuaire de Douaumont). Regelmatig wordt de Ouvrage de Froideterre onderhouden.