Richard Heijster mijmert zich af.  Deel 2. Wel of niet in de voetsporen van Boelcke
Richard Heijster mijmert zich af. Deel 2. Wel of niet in de voetsporen van Boelcke

Richard Heijster mijmert zich af. Deel 2. Wel of niet in de voetsporen van Boelcke

Richard Heijster mijmert zich af: deel 2.

Wel of niet in de voetsporen van Boelcke

Afgelopen kerst was ik niet het aangename gezelschap dat ik graag wilde zijn. In gedachten bereken ik, verbouw ik en bén ik vooral in Sivry sur Meuse. Het huis waar de Duitse gevechtspiloot Oswald Boelcke in 1916 woont, staat sinds een paar dagen te koop en ik denk er over dit historische pand te kopen. Ik heb zelfs al contact met de makelaar gehad. Volgens mij heeft hij geen idee van de geschiedenis van het pand dat hij in de verkoop heeft. Ik heb zelfs de stellige indruk dat niemand in Frankrijk dat heeft. De vraagprijs is € 81.500.      

Boelcke fascineert me en na het lezen van zijn Feldberichte – een bundeling verslagen van zijn vliegbelevenissen – lijkt het alsof ik hem een beetje persoonlijk ken. De man is energiek en vol ideeën. In afwachting van het geplande grote Duitse offensief bij Verdun wordt Oswald Boelcke op 21 januari 1916 in Jametz, ten noorden van Verdun, gestationeerd. Hij verveelt zich stierlijk en schrijft op 12 februari: ‘Door het slechte weer is hier niets te doen. Mijn belangrijkste werkzaamheid bestaat uit het beantwoorden van verschrikkelijk veel brieven met felicitaties, verzoekjes en gedichten. Op veel dagen moet ik tussen de twintig en dertig brieven schrijven; Fisher zet me altijd aan het werk met zijn ‘We moeten deze beantwoorden, meneer.’

Sinds ik hier ben heb ik slechts vier of vijf keer gevlogen. Het is de moeite van het opstijgen niet waard omdat de Fransen niet meer naar hier komen. Een keer lukte het me boven de linies op een Farman tweedekker af te gaan, maar hij ging er nogal snel vandoor.‘

Het is Boelcke een doorn in het oog dat de aanvliegtijden vanuit de vliegbasis van KEK Jametz naar het front bij Verdun lang zijn. De Fransen hebben hierdoor te lang vrij spel voordat Duitse vliegtuigen opduiken. Boelcke wil daarom een soort vooruitgeschoven post inrichten en krijgt na lang zeuren zijn zin. Hij krijgt toestemming om samen met piloot Werner Notzke en wat ondersteunend personeel in Sivry sur Meuse een voorpost in te richten. Sivry ligt hemelsbreed op zo’n twaalf kilometer van het front bij Verdun. De jonge militaire vliegenier komt er op 11 maart 1916 aan en gaat schuin tegenover de Kommandantur aan de Kaiser Wilhelm Straße, voorheen de Grande Rue, wonen.

Zodra Franse vliegtuigen zijn gesignaleerd hoeft hij alleen maar door de Rue Poirier de Prêtre, die aan zijn huis grenst, en door een paar honderd meter van de Rue de Moulin te rijden, voordat hij het bruggetje over het Canal de l’Est over kan steken om bij het geïmproviseerde vliegveld aan te komen. KEK Sivry is niet veel meer dan een grasveld met wat grote tenten, twee vliegtuigen – later zullen het zes worden – en luchtafweergeschut. Oswald Boelcke zal er van maart tot en met juni actief zijn en zal in die tijd tien nieuwe overwinningen aan zijn palmares toevoegen. Hij komt daarmee op een tussenstand van negentien gewonnen luchtduels.

Sivry, 29.4.16. Om te beginnen heb ik heel slecht nieuws. Luitenant Notzke, die hier mijn zakenpartner was, verongelukte op Goede Vrijdag. Nadat we terugkeerden van de morgenpatrouille vloog Notzke, waarvan de mitrailleurs een paar keer haperden, naar ‘het schietterrein’ om te testen. Hij vloog daar twee rondjes en terwijl hij een derde vloog raakte zijn rechter vleugel een kabel van een observatieballon die ze voor het eerst boven de weg naar Consenvoye hadden opgelaten. De machine sloeg meteen over de kop en crashte.  Notzke was een lijk toen we hem uit het wrak haalden. Op maandag brachten we zijn lichaam naar het treinstation van Stenay. Hij was enig kind en zijn vader is een kolonel ergens aan het front. Ik vind het heel erg van Notzke, want hij was zowel een van onze beste, scherpzinnigste en genadelooste piloten als een dierbare en trouwe kameraad van mij.’       

Een Pruisisch legervoorschrift schreef voor dat officieren pas tot kapitein bevorderd kunnen worden als ze de leeftijd van dertig hebben bereikt. Als eerste luitenant Boelcke op 21 mei 1916 zijn achttiende tegenstander neerhaalt, is de Duitse keizer zo enthousiast dat hij Boelcke, dus tegen de regels in en per 29 mei, tot kapitein bevorderd. Zo wordt de jachtvlieger, met zijn leeftijd van nét vijfentwintig jaar, de jongste kapitein in het Duitse leger.  

Op 28 oktober 1916 raken Boelcke en vijf van zijn vliegers boven Bapaume, bij de Somme, slaags met twee Britse piloten. In de consternatie van het luchtgevecht raakt een vleugel van Oswald Boelcke het landingsgestel van collega-piloot Böhme. Het doek van de vleugel scheurt waardoor het draagvermogen verloren gaat. De kapitein stort neer en sterft aan een schedelfractuur. Böhme overleeft de collisie.

Oswald Boelcke wordt niet ouder dan vijfentwintig en behaalt in totaal veertig overwinningen. Hij is nog steeds een grote naam als pionier van de militaire luchtvaart. Zijn Dicta Boelcke, door hem beschreven tactische basisregels over hoe een gevechtspiloot dient te handelen, is jarenlang een leidraad geweest bij het opleiden van gevechtspiloten. Overigens verdient Boelcke nog voor hij zijn eerste vijandelijke vliegtuig neerhaalt een eerste prestigieuze onderscheiding: de Pruisische Rettungsmedaille am Band, een medaille voor het redden van een leven. Hij krijgt hem omdat hij 28 augustus 1915 het leven van een Frans jongetje redt dat in een kanaal gevallen is. Het levert hem zelfs bij de Fransen bijval op. Oswald draagt de medaille met trots. Ook nadat hij op 23 januari 1916, voor zijn achtste zege, de felbegeerde Pour le Mérite ontvangt.

Maar het is niet alleen hallelujah en hosanna, ik ben niet onverdeeld positief over de Duitser. Hij deinst er niet voor terug meedogenloos weerloze in doodsangsten verkerende tegenstanders uit de lucht te schieten, zoals blijkt uit zijn eigen beschrijving van wat er op 13 maart 1916 gebeurde:

‘De volgende dag, de dertiende, was het weer druk in de lucht. Ik was er vroeg bij toen boven Fort Douaumont een Duitser door een Frans jachtvliegtuig aangevallen werd. De laatste heb ik op de huid gezeten en verjoeg ik. Het was prachtig om te zien hoe hij er vandaar ging.

’s Middags tegen één uur zag ik een Frans eskader boven het front bij Toten Mann in de richting van Douaumont vliegen. Ik koos eentje van hen uit en zocht hem op. Het was een (tweepersoons, R.) Voisin-dubbeldekker, die rechts iets naar beneden helde. Omdat ik erg hoog boven hem vloog, kwam ik met flinke snelheid  naar beneden en beschoot hem, nog voor hij goed en wel begreep wat er aan de hand was, krachtig. Hij draaide meteen om, om naar de frontlijn te ontsnappen. Ik viel hem nogmaals flink aan, toen tuimelde hij naar rechts en verdween onder mijn vleugel. Ik dacht dat hij neer zou storten, draaide meteen bij om hem weer in het oog te kunnen houden, en zie tot mijn verbazing dat de tegenstander weer overeind komt. Nogmaals ga ik op hem af, dan zie ik iets heel merkwaardigs. De waarnemer was uit het toestel gekropen en zat op de linkervleugel, hield zich aan de stijl vast, keek me angstig aan en zwaaide met zijn hand. Het totale plaatje zag er erg jammerlijk uit en ik twijfelde  even op hem te schieten. Hij was helemaal weerloos. Ik had de stuurinrichting van de machine kapotgeschoten, en de machine stortte neer. Om het toestel weer onder controle te krijgen was de waarnemer er uit geklauterd en op de vleugel gaan zitten, om het evenwicht te herstellen. Ik vuurde nog enige schoten op de piloot af, om de tegenstander helemaal naar beneden te krijgen. Toen werd ik door een tweede Fransoos gestoord, die zijn kameraden te hulp kwam. Omdat ik nog maar weinig patronen had en alweer boven de loopgraven was, vloog ik snel weg. Het vijandelijke vliegtuig vloog na mijn vertrek nog kort in glijvlucht en is uiteindelijk vanuit geringe hoogte neergestort. Hij ligt voor een van onze voorposten, ten oosten van het dorp M. (Malincourt, R.). Je kan het vanuit ons front duidelijk zien liggen.’

Mij doet deze gebeurtenis aan een wrede executie denken. Had luitenant Boelcke geen andere keuze en koos hij voor de enig mogelijke oplossing? Je moet het maar kunnen: een waarnemer die in doodsangst en volkomen weerloos naar je zwaait, en een piloot die wanhopig probeert zijn vliegtuig onder controle te krijgen, als ratten afschieten. Oké, het is oorlog zoals een vriend van me opmerkte, maar is dat een vrijbrief? Ik heb er in ieder geval mijn vraagtekens bij. En er zijn wel meer kanttekeningen bij het karakter en het gedrag van Boelcke te maken. 

À vendre: Route National 40, Sivry sur Meuse.

Maar goed: ik dwaal af. Ter zake weer, terug naar het huis in Sivry sur Meuse. La maison de Boelcke is in 1870 gebouwd. Als je geluk hebt zijn de buitenmuren steens, waarschijnlijker is dat ze halfsteens zijn. Je moet flink stoken om te voorkomen dat de muren doorslaan, zeker bij leegstand. Het is dus wenselijk tweede muren op te trekken met spouw en isolatie. Daarvoor moeten de prachtige eikenhouten vloeren er eerst uit. Andere keuken, toilet en badkamer vervangen, riool nakijken en hier en daar een likje verf. Het laatste vooral buiten want als het zonnetje pal op het pand staat lijkt het barbie-roze. Financieel zie ik geen probleem, maar ik heb het eerstkomende jaar geen tijd. Teveel verplichtingen. Ik heb daarom besloten het niet te kopen. En vanaf het moment dat ik dat besluit neem, lijkt het alsof ik lekkerder in mijn vel zit. Dat belooft wat voor oud & nieuw: mijn gezelschap mag zich verheugen op een ouderwets gezellige Richard.

Oh. Voor ik het vergeet. Vanaf deze site wens ik iedereen, en vooral degenen die me een warm hart toedragen, een geweldig 2025 toe. Ook de makelaar: ik zal hem in de loop van de week even bellen om hem bij te praten over zijn pandje. Van dat extra verkoopargument zal hij vast en zeker vrolijk worden.  


Meer lezen:

  • Boelcke, Oswald (1917). Hauptmann Bölckes Feldberichte. Gotha: Verlag Friedrich Andreas Perthes.
  • Franks, Norman (2001). Sharks among Minnows. London: Grub Street Publishing.
  • Head, R.G. (2018). Oswald Boelcke. Deutschlands Erstes Flieger-Ass und Größter Luftkampf-Pionier. USA: Kindle Direct Publishing.
  • Werner, Professor Johannes (1932). Boelcke. Die Kriegsbriefe des großen deutschen Fliegers. Leipzig: Hase & Koehler.
  • Werner, Professor Johannes (1991). Oswald Boelcke German Ace. Knight of Germany. London: Greenhill Books.
  • https://regulus1307.wixsite.com/sivry-sur-meuse/sivry-today

2 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *