Melvin B. Johnson, soldaat 1e klas in het Amerikaanse leger bij de 127e Infanterie van de 32e Divisie. Hij sneuvelde op 14 oktober 1918 in Romagne-sous-Montfaucon aan de voet van de Côte Dame Marie, in het bos van Valoup en in de buurt van de boerderij van Transvaal.
Melvin B. Johnson werd inderdaad gedood op 14 oktober 1918, hoewel de datum van 19 oktober, de datum van zijn voorlopige begrafenis, op zijn graf staat. Zijn stoffelijk overschot werd begraven op de Amerikaanse begraafplaats Meuse-Argonne in Romagne-sous-Montfaucon, perceel E, rij 18, graf 10. Zijn moeder wilde zijn lichaam repatriëren, maar liet het uiteindelijk liever bij zijn medestrijders achter. Melvin werd postuum bevorderd tot Korporaal.
Albert Schelter, een soldaat in dezelfde compagnie, was getuige van zijn dood, “he was hit by enemy machine gun fire, his body was pierced with bullets, I helped him and left this place, he died without saying a word”.
Op 31 juli 1919 ontvingen zijn ouders zijn postume Distinguished Service Cross.
Het Distinguished Service Cross is de op één na hoogste militaire onderscheiding die aan een lid van het Amerikaanse leger kan worden toegekend. Het wordt gegeven voor daden van uitzonderlijke moed en levensgevaar tegenover een gewapende vijand.
Het citaat voor de toekenning van het Distinguished Service Cross luidt:
“Toen zijn bataljon werd opgehouden na zware verliezen te hebben geleden door flankerend mitrailleurvuur, ging korporaal Johnson alleen met een automatisch geweer naar een positie op 250 meter voor onze linies, en hoewel hij werd onderworpen aan intens vuur vanuit drie richtingen, gebruikte hij zijn geweer en neutraliseerde zo het vijandelijke vuur terwijl zijn bataljon zich hervormde. Hij sneuvelde tijdens deze missie, die hij op eigen initiatief had ondernomen.”
Melvin Johnson stierf in het Bois de Valoup nabij boerderij Transvaal. Boerderij Transvaal gelegen op de zuidelijke helling van de Côte Dame Marie.
Melvin was de zoon en het 10de kind van Peter en Olina Johnson. Zij bezaten een boerderij op ongeveer 1,5 km ten noorden van Weme in sectie 5 van Eddy Township. Peter en Olina waren allebei Noorse immigranten. Ze emigreerden beiden in 1867. Peter was toen 32 jaar oud en Olina 15.
Ze ontmoetten elkaar en trouwden in 1870. Hun eerste huwelijksjaren boerden ze in Minnesota, North Dakota en Iowa. Hun eerste kind Julia werd geboren in Minnesota, hun tweede kind Mary in Iowa.
Louis, Clara en Charles werden ook geboren in Iowa. Annie, geboren in 1881, werd geboren in Minnesota. De Jonhson’s waren landbouwers in Penn, in de buurt van Devil’s Lake in Dakota Territory toen Martin werd geboren in 1883. Martin werd gevolgd door Theodore in 1888, Jessie in 1890, Melvin in 1893 en Elma, het laatste kind in 1896.
Peter Johnson stierf in 1926, zijn zoon Theodore nam de boerderij over. Melvin’s broer Martin trouwde in 1907 met Christine Westerlund en verhuisde naar de stad Weme, waar ze een winkel en het postkantoor exploiteerden tot 1910. Martin was een van de eerste zakenlieden in Clearbrook. Hij bouwde een stalhouderij in 1910 en runde dat bedrijf tot 1925 toen hij een vrachtwagenbedrijf begon.
Melvin was een lange jonge man van 25 jaar met lichtgekleurd haar en grijze ogen. Hij groeide op met werken op de boerderij. Het was dus normaal dat hij als jong volwassene op zoek ging naar soortgelijk werk. Dat lukte. Hij werkte voor een boer in Greve, Montana toen de VS de dienstplicht instelden op 5 juni 1917.
Melvin werd opgeroepen voor het leger vanuit Phillips County, Montana en werd lid van Company M, 163e Infanterie, een regiment van de Nationale Garde van Montana. Deze eenheid ging samen met de 41e Infanterie Divisie overzee. Melvin en zijn eenheid vertrokken op 15 december 1917 vanuit Hoboken, New Jersey aan boord van de Leviathan. Hij zou nooit meer terugkeren.
Als onderdeel van het honderdjarig bestaan heeft de vereniging “Les Aragnes de l’Andon”, in samenwerking met de gemeente Romagne-sous-Montfaucon, besloten om het graf van Melvin, die op haar grondgebied stierf op de dag van de bevrijding – 14 oktober 1918- te adopteren en te sponseren.
Tekst; Rene Brouwer