Frederick William Schmelz, geboren in 1900 in New York City, was de oudste zoon van William en Mary Schmelz. Samen met zijn ouders en drie broers woonden hij in Jersey City in de staat New Jersey.
Op 30 juli 1917 werd Frederick ingelijfd bij de National Guard en op 15 juni 1918 arriveerde hij in Frankrijk, waar hij diende als kok bij de 114e Infanterie van de 29e Divisie. Twee weken voor het einde van de Eerste Wereldoorlog, op 27 oktober 1918, raakte dodelijk gewond door een exploderende granaat toen hij eten bracht naar de mannen die vochten in het Bois d’Orment, aan de frontlinies ten noorden van Verdun Hij was pas 18 jaar oud.
Frederick werd begraven op de tijdelijke Amerikaanse begraafplaats in Consenvoye. Een jaar na de oorlog werd hij herbegraven op de permanente Amerikaanse begraafplaats in Romagne-sous-Montfaucon, Plot H, Rij 16, Graf 40.
In 1919 werd postuum het Distinguished Service Cross, de op één na hoogste Amerikaanse militaire onderscheiding voor buitengewone heldenmoed, aan Frederick toegekend voor zijn actie ten noorden van Verdun. Frederick bood zich vrijwillig aan om voedsel te brengen naar de fronttroepen die al drie dagen geen warm eten hadden gekregen. Hij keerde nooit meer terug. Na een reis van vier kilometer werd hij dodelijk gewond door een exploderende granaat.
In 1930 en 1933 nam Dorothea Schmelz, de schoonzus van Frederick, deel aan de Gold Star Mother’s pilgrimage en bezocht het graf van Frederick op de Amerikaanse begraafplaast in Romagne-sous-Montfaucon.
Frederick’s originele grafsteen
Tekst; Rene Brouwer