Het Bois des Caures had extra ’aandacht’ van de Duitse kanonniers gekregen. Door zijn ligging op een heuvel was het gebied strategisch erg belangrijk. Met zijn grootte van slechts enkele vierkante kilometer zou het ongeveer 80.000 granaten te verwerken krijgen. Het was het domein van het 56ste en het 59 ste Bataljon Chasseurs à Pied, de Jagers te Voet. Commandant van deze 1300 man was overste Driant.









Na de beschieting bleken nog slechts zo n 300 jagers in staat de strijd met de aanstormende Duitsers te kunnen opnemen. Het landschap waarin zij zich na het bombardement bevonden was volkomen onherkenbaar. Het leek op een stoppelveld; eeuwenoude eiken waren spoorloos verdwenen. Hier en daar lagen flarden uniform en uitrustingsstukken, soms met een enkel lichaamsdeel er nog in. Langzaam werd alles bedekt door een lichte sneeuwval. Ondanks het enorme verlies aan gevechtskracht bleken de resterende Chasseurs in staat tot in de namiddag van de 22e februari stand te houden. Slechts een honderdtal zou uiteindelijk de strijd overleven en achter de Franse linies terugkeren.Luitenant kolonel Emile Driant bevond zich niet bij de overlevenden. Op het moment dat hij zich wilde terugtrekken, op 22 februari rond half vijf, werd hij door een kogel in zijn hoofd getroffen.









Later zou hij door de Duitsers met alle militaire eer, voor zover mogelijk in die hectische tijd, provisorisch worden begraven. Op zijn lichaam droeg hij een brief die hij een dag voor zijn overlijden aan zijn vrouw had geschreven. De Duitse officier die zijn dode lichaam vond zorgde ervoor dat de weduwe Driant deze brief tezamen met een gouden medaillon die haar man om zijn nek droeg, via het neutrale Zwitserland, zou ontvangen. Het heldhaftige verzet van Driant en zijn Jagers te Voet was niet tevergeefs. Het zorgde ervoor dat het Duitse offensief een volle dag vertraging opliep. Achteraf bleek dat etmaal uitstel voor de Fransen van groot strategisch belang te zijn. Driant werd daarom postuum bijgeschreven in de annalen van de grote Franse helden. Op de 23e en 24e februari gingen de gevechten met onverminderde hevigheid door en langzaam maar zeker leek het erop dat de Fransen aan het Duitse offensief zouden gaan bezwijken.









Door de granaatbeschietingen waren de telefoonverbindingen verbroken en ordonnansen slaagden er niet meer in hun boodschappen over te brengen. De Franse commandostructuur was hierdoor veranderd in een enorme wanorde, tegenstrijdige bevelen volgden elkaar op. De commandanten van de artillerie eenheden wisten soms niet eens meer waar vriend of vijand zat met als gevolg dat meer dan eens eigen troepen werden beschoten. Op 24 februari bracht generaal Edouard de Castelnau, als plaatsvervanger van Joffre, een bezoek aan het hoofdkwartier van generaal Herr, bevelhebber van de sector Verdun. Tot verbazing van De Castelnau was niemand in staat hem een overzicht van de situatie te geven of aan te geven waar de eigen en de vijandelijke troepen zich bevonden.






Tijdens een bezoek aan het strijdtoneel op de rechteroever liet De Castelnau zich persoonlijk op de hoogte van de situatie stellen. Ondanks de aanhoudende druk zag hij nog mogelijkheden om de Duitse vloedgolf te keren maar dan moesten er op korte termijn maatregelen worden genomen. Een ander probleem was dat de wegen rond Verdun totaal waren verstopt door de militaire colonnes, de vluchtende bevolking en de afvoer van gewonden. De aanvoer van militaire goederen en extra troepen naar het front dreigde hierdoor ernstig in gevaar te komen. Duidelijk was ook hier een reorganisatie zo snel mogelijk ter hand moest worden genomen. Laat in de middag kreeg Joffre van De Castelnau het dringende advies een nieuwe bevelhebber in Verdun aan te zoeken.









Besloten werd om de verdedigingsspecialist Philippe Pétain als bevelhebber over zowel de linker als de rechter Maasoever aan te stellen. Er werd een bericht naar Pétain gestuurd met het verzoek zich de volgende morgen bij Joffre in Chantilly te melden. De medewerkers van Philippe schrokken want niemand wist waar hun directe chef was; op het tijdstip dat het vaderland hem riep was de generaal spoorloos! Pétain had hele andere dan militaire zaken aan zijn hoofd. De aanvalsplannen waar de 59 jarige generaal zich op dat moment mee bezighield betroffen het overwinnen van de laatste resten van de kuisheid van een dame die daar, beroepshalve, niet veel moeite mee gehad zal hebben.
De staf van de generaal was niet geheel onbekend met zijn levensgewoonten en begon aan een zoektocht. Uiteindelijk werd hij in een hotel in Parijs aangetroffen. De Bourgondische Pétain kwam al snel tot de conclusie dat het belangrijk is eerst af te maken waar je mee bezig bent alvorens aan iets nieuws te beginnen. Hij ging weer terug naar het warme, goed gevulde, bed…