Richard Heijster mijmert zich af. Overpeinzingen en contemplaties. Deel 7. De trieste teloorgang van een tranentrekkend treurtegeltje.
Richard Heijster mijmert zich af. Overpeinzingen en contemplaties. Deel 7. De trieste teloorgang van een tranentrekkend treurtegeltje.

Richard Heijster mijmert zich af. Overpeinzingen en contemplaties. Deel 7. De trieste teloorgang van een tranentrekkend treurtegeltje.

Richard Heijster mijmert zich af.

De trieste teloorgang van een tranentrekkend treurtegeltje.


‘Aan een buitenmuur van Fort Vaux bij Verdun is een plaquette vastgemaakt met de volgende inscriptie: ‘A mon fils – Depuis que tes yeux sont fermés les miens n’ont cessé de pleurer’ (Aan mijn zoon. Sedert jouw ogen zich sloten, hebben de mijne niet opgehouden te huilen).

Zo begint hoofdstuk 5 van A Zouave’s Journey, een in 2007 verschenen boek van Marilène Patten Henry over de lotgevallen van een zouaaf tijdens la Grande Guerre.

Mevrouw Marilène Patten Henry gaat verder: ‘Het maakt weinig uit of het een vader of moeder was die het gedenkteken voor een concrete soldaat bedacht. Wat er toe doet is dat deze tegel voor alle ouders van alle gesneuvelden spreekt. Vergelijkbaar met zowel het synecdochische graf van de Onbekende Soldaat in Parijs en het Ossuaire in Douaumont, met zijn duizenden en duizenden bekende en onbekende gevallenen, wordt het gedenkteken op Fort Vaux een gezaghebbend lieu mémoire en verankert het de legenden van Verdun en al de andere champs d’honneur in de Franse psyche. De elegische woorden weerspiegelen het verdriet dat talloze huishoudens in het naoorlogse Frankrijk overspoelde en ze geven tegelijkertijd de indruk van een latent aanwezige doodswens. Voor vele treurende ouders zou de oorlog slechts met hun overlijden eindigen.’

Nou, nou, zo, zo, poehé! Om ook maar eens een moeilijk woord te gebruiken: dat zijn nog eens rake sesquipedale woorden!* Ware het niet dat mevrouw Patten Henry’s tongbrekers wel erg veel waarde toekennen aan een tegeltje dat iedere Franse begrafenisondernemer op voorraad heeft, of op z’n minst in zijn catalogus heeft staan. Marilène is niet de eerste die van de goedgekozen woorden op het stukje keramiek fiks onder de indruk is. In Die Kriegserlebnisse des Grenadiers Rudolf Koch (Leipzig, Insel Verlag, 1934) lezen we hoe Koch over eind maart 1916 schrijft: ‘Bij de oude kerk (van Lamouilly, R.) is een klein kerkhof. Daar vond ik een grafsteen waarop geschreven stond: Seit deine Augen sich geschlossen haben, haben die Meinen nicht aufgehört zu weinen. Zo ongeveer, maar dan in het Frans.’ 

Het oude station van Lamouilly


Eerlijk is eerlijk: ook ik ben menigmaal danig ontroerd geraakt toen ik het gedenktegeltje aan het fort zag. En met mij hebben velen er een traantje weggepinkt. De combinatie van plaats en tekst gaf het iets magisch. Roel Jonker, zoon van de auteur van het onvolprezen boek Sporen van een Slag, vertelde me hoe hij, zijn verloofde en zijn vader soms tranen in de ogen kregen als ze bij Fort Vaux het kleine persoonlijke gedenkteken zagen. ‘Het is zelfs gebeurd dat we een stukje omreden’, zegt Roel, ‘alleen om het even te zien.’

Illustratie uit het boek Sporen van een Slag van Dr. H. Jonker, 1981.


De herinneringstegel vertelde een verhaal dat je eigenlijk naar eigen omstandigheden kon invullen, over universeel leed, leed dat grenzen overstijgt. Leed dat uiteindelijk iedereen – in meer of mindere mate – overkomt. ‘Vertelde een verhaal’, verleden tijd, want uiteindelijk is het bordje aan vandalisme ten prooi gevallen. In 1993 hing nog maar de helft ervan aan het fort. Later verdween nog een stuk en na de ‘restauratie’ van het fort met spuitbeton was er niets meer over van het gedenktegeltje dat zovelen raakte en inspireerde. Niets? Er zijn natuurlijk foto’s. Een staat in het boek Sporen van een Slag, een ander hangt in de gang van het fort waar je, direct nadat je het entreegeld hebt betaald, terechtkomt. Het lijkt een soort verlaat eerbetoon en werd in 2015 keurig ingelijst geschonken door een school uit, niet geheel toevallig, Nederland. Uit Castricum om precies te zijn.  

Het resultaat: de ingelijste foto van het gedenktegeltje in Fort Vaux.


Was het omdat de Fransen de spreuk met de paplepel ingegoten kregen, zoals wij die van het Concert des Levens of de toiletwijsheden van cabaretier Toon Hermans, dat daardoor voor hen de betekenis van de woorden minder indringend was? Dat ze daarom het troosttegeltje verwaarloosden? Omdat het voor hen een stuk minder bijzonder was dan voor degenen die niet in Frankrijk en met de Franse taal opgroeiden? In dat land siert de spreuk als tatoeëring het lichaam van talloze dames die een dierbare verloren zijn en dat de wereld per se willen laten weten. Zelfs op de dierenbegraafplaats iets ten zuiden van Toulouse, in Beaumont-sur-Lèze, staat op het graf van een poedel – zoiets verzin ik niet – een bordje met de droeve tekst te prijken.  

Het graf van poedel Fleurie.


Natuurlijk kun je de betekenis van het tegeltje in de verste verte niet vergelijken met die van het Ossuaire of de Soldat Inconnu in Parijs, zoals Marilène Patten Henry met zoveel overtuiging beweert. Maar dat maakt het gemis ervan aan de buitenkant van Fort Vaux, wat mij betreft, niet minder.

Oorlog is in essentie het op grote schaal oogsten van intens verdriet. De subtiele en bovenal liefdevolle woorden van de onbekend gebleven dichter, veredelde kitsch of niet, raakten slagveldbezoekers tot op het bot en hielpen daardoor deze wijsheid te doorgronden.  



* Sesquipedale woorden zijn lange, hoogdravende woorden. Het woord “sesquipedale” zelf is een voorbeeld van zo’n woord, en het betekent letterlijk “anderhalve voet lang”. In figuurlijke zin wordt het gebruikt om woorden of uitdrukkingen te beschrijven die te lang, te moeilijk of te hoogdravend zijn. 

7 reacties

  1. Ronald Cossee, webmaster

    Zo’n 30 jaar geleden bedachten ik en vijf vrienden dat het leuk zou zijn een keer met elkaar op mannenweekend te gaan. Maar waar zouden we heen gaan? Allerlei ideeën kwamen op, van Normandië tot Waterloo. Als Herman het woord neemt vertelt hij hoe hij met zijn ouders de slagvelden bij Verdun bezocht en hoe een tegeltje met opschrift diepe indruk op hem maakte. Hardop declameert hij de tekst en vertaalt het. Het emotioneert hem nog steeds en Herman wil graag dat wij het gedenktekentje ook gaan bekijken. Het bevindt zich aan de buitenzijde van Fort de Vaux, een plek waar tijdens de Eerste Wereldoorlog hevig gevochten is.
    Een maand later gaan we op weg naar Verdun en zijn nieuwsgierig naar wat gaan zien.

    Het wrange is dat toen wij aankwamen het tegeltje niet meer bestond. Het was spoorloos verdwenen. Dat heeft ons er echter niet van weerhouden ieder jaar weer naar het slagveld bij Verdun te reizen. We ontdekken ieder jaar weer dingen die voor ons nieuw zijn. Het tegeltje dat ik nooit heb gezien was de reden om voor het eerst naar Verdun te reizen. Het lag dus aan de oorsprong van wat nu mijn verdunpassie is.

  2. A. Szymkowiak

    Dat er over zo’n bescheiden tegeltje nog zoveel te vertellen is en zo boeiend verbaast me. Het is er niet eens meer! Dit soort kleine verhalen maken voor mij het verhaal over The Great War af. Ik behoor tot de generatie die het tegeltje nooit in het echt heeft gezien maar het is nu toch onderdeel van mijn bagage geworden. Bedankt.

  3. Peter Lagarde

    Een goede anekdote hoeft niet over een groots verhaal te gaan. Een goed observatievermogen helpt natuurlijk. Het graf van poedel Fleurie relativeert enorm. Alles bij elkaar weer iets nieuws opgestoken uit de oude doos.

  4. Schouten

    De titel “De trieste teloorgang van een tranentrekkend treurtegeltje” had de titel van een Suske en Wiske album kunnen zijn. Ik sluit me graag aan bij Peter Lagarde. Heijster heeft een goed observatievermogen. Hij blijkt een rasverteller.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *