Hoofdstuk 23. De mythe Pétain.
Hoofdstuk 23. De mythe Pétain.

Hoofdstuk 23. De mythe Pétain.

Het niet in boekvorm verschenen ‘Verdun 1916. Een politieke slag en herdenking’ van P. Monfreda.

Hoofdstuk 23. De mythe Pétain.

Philippe Pétain


Generaal Philippe Pétain werd en wordt nog steeds voorgesteld als de ‘redder van Verdun’. Hij zou door zijn doortastende manier van handelen Verdun behoed hebben voor een nederlaag. Jean-Yves Le Naour schrijft dat de veroordeling die Pétain in 1945 opliep voor zijn rol tijdens de Tweede Wereldoorlog dit beeld niet wezenlijk heeft aangetast en hij voegt eraan toe dat de beeldvorming over Pétain niet klopt. Het is één van de vele mythen die over de slag circuleren. De mythe Pétain ontstond in het interbellum en werd grotendeels geconstrueerd door Bernard Serrigny,

Bernard Serrigny

Pétains stafchef. Serrigny werd daarbij ondersteund door commandant Pineau, eveneens lid van Pétains staf. Door telkens weer dezelfde beweringen en uitspraken te herhalen, drongen ze langzaam maar zeker door bij een breed publiek en werden ze algemeen aanvaard als waarheid.*1 Bernard Serrigny stond lange tijd heel dicht bij Pétain en functioneerde naar eigen zeggen als zijn spiegel.*2 Hij mythologiseerde Pétain door te schrijven hoe opgelucht iedereen was toen vernomen werd dat Philippe Pétain was aangesteld als bevelvoerder bij Verdun.

Alphonse Pineau

Pineau voegde eraan toe dat er zelfs sprake was van een onmiddellijke verbetering van de toestand ter plaatse. De poilus zouden door zijn aanwezigheid gerustgesteld zijn en ze beschikten plots over nieuwe energie. Le Naour wijst erop dat de precaire situatie waar de Franse troepen zich eind februari in bevonden niet werd gered door Pétain maar door de poilus in combinatie met de orders die generaal Édouard de Castelnau gaf. Pétain zal later de pluimen die de Castelnau toekomen op zijn hoed steken.*3 Edouard de Castelnau, zijn bijnaam was le Capucin botté, de gelaarsde Kapucijn, omdat hij zo katholiek was, verschijnt reeds in de nacht van 24 op 25 februari in Verdun. Pétain komt pas veel later aan- op de avond van 25 februari- en zijn bevel gaat pas in om stipt middernacht. We schrijven dan 26 februari. Op dat ogenblik heeft Castelnau reeds al het nodige gedaan om een Franse nederlaag te voorkomen. Castelnau bekleedt een functie met een duidelijk politieke link.

Edouard de Castelnau

Hij is nauw verbonden met de regering die hem na het mislukken van het Champagne-offensief vanaf december 1915 als tweede in bevel naast Joffre plaatst. De regering hoopt door deze zet Joffre beter onder controle te kunnen houden en probeert op die manier te vermijden dat die nog op zijn eentje beslissingen neemt.*4 Bij de opmerking van Le Naour dat de Castelnau de echte redder van Verdun was, dient wel een kanttekening geplaatst te worden. Castelnau vertrekt pas naar Verdun nadat Aristide Briand in Chantilly is geweest.

Aristide Briand Premier van Frankrijk

Vanuit een andere visie dan die van Le Naour kan men perfect stellen dat Castelnau gezagsgetrouw de orders van de regering opvolgde en uitvoerde. Net voor dit soort van precaire situaties had men de Castelnau immers naast Joffre geplaatst. Het is trouwens opmerkelijk dat de Castelnau na zijn optreden in Verdun niet meer ter sprake komt. Zijn verdienste ligt vooral in zijn nachtelijke verplaatsing naar de bedreigde frontsector. In heel wat werken wordt beschreven hoe rusteloos de Castelnau werd toen hij alle telegrammen en dagorders laat op de avond nog eens doornam. Hij had inderdaad alle reden om bezorgd te zijn.

Joseph Joffre

De bevelhebbers bij Verdun waren niet bezig met politiek. Ze waren ook niet op de hoogte van de boodschap die Briand in Chantilly had afgeleverd. Generaal de Langle de Cary had inmiddels het bevel gegeven dat het 20ste Legerkorps de Maas niet mocht oversteken en op de linkeroever moest gehouden worden. Gezien de chaotische situatie op de rechteroever vreesde Langle dat de kans reëel was dat de troepen zouden komen vast te zitten waardoor ze integraal zouden kunnen verloren gaan. Langle de Cary was dan ook volop bezig een terugtrekking naar de linkeroever voor te bereiden.

 Fernand De Langle De Cary

Castelnau besefte dat de situatie enkel in overeenstemming kon gebracht worden met de richtlijnen van de regering wanneer iemand van het opperbevel ter plaatse ging om de zaak aan te sturen. De situatie vanuit Chantilly proberen recht te trekken waar telegrammen en berichten steeds met vertraging toekwamen, was vragen om moeilijkheden. Castelnau neemt dan ook een beslissing en wekt Joffre rond 23u00. Die geeft de Castelnau toestemming om naar Verdun af te reizen. Joffre geeft ook volmacht om ter plaatse alle noodzakelijke beslissingen te nemen. De Castelnau verlaat omstreeks middernacht Chantilly en komt rond 04u00 aan op het hoofdkwartier van Langle de Cary in Avize, zuidelijk van Épernay.

Om 04u20 wordt het order van Langle om het 20ste Legerkorps op de linkeroever te houden herroepen. Terwijl de eerste eenheden van het 20ste Korps de Maas oversteken om de zwaar gereduceerde en uitgeputte poilus op de rechteroever te vervoegen, begeeft de Castelnau zich naar het hoofdkwartier van generaal Herr in Dugny-sur-Meuse, zuidelijk van Verdun. Hij maakt Herr en zijn staf duidelijk dat er kost wat kost moet standgehouden worden op de rechteroever tussen de Maas en Douaumont, exact zoals de politici het wensen. Aristide Briand beweerde later voor de legercommissie van de Kamer dat hij Joffre onder druk zette om Pétain te benoemen tot bevelhebber in Verdun. Joffre koos op 24 februari alleszins eieren voor zijn geld en liet Pétain convoceren voor de ochtend van 25 februari. Die diende zich om stipt 08u00 in het hoofdkwartier in Chantilly aan te melden. Joffre zal hem daar het bevel geven over de linker Maasoever met als hoofdkwartier Bar-le-Duc. De taak van Pétain was in eerste instantie beperkt. Hij moest ervoor zorgen dat de Duitsers de Maas niet zouden oversteken.*5 Pétain verklaarde later hoogmoedig dat hij reeds voor zijn aanstelling als bevelhebber bezig was met de slag. Toen hij vernam dat de Duitsers Verdun aanvielen, zou hij zich quasi onmiddellijk over kaarten gebogen hebben waarna Verdun hem geen seconde meer zou losgelaten hebben. De realiteit is ietwat anders. Op 24 februari verlaat Pétain in de late namiddag zonder iemand te verwittigen zijn hoofdkwartier in Noailles in de Oise. Hij heeft een afspraak met een minnares. Sommige auteurs schrijven dat het om Alphonsine ‘Annie’ Hardon ging, Pétains latere vrouw, maar dat is lang niet zeker en niet meer dan een veronderstelling.

Annie Hardon op dertien jarige leeftijd, de latere vrouw van Philippe Pétain.

Philippe Pétain als jonge officier

Het is opmerkelijk hoe men de beeldvorming rond Pétain beschermde en nog steeds beschermt. Bij de man die tijdens de Tweede Wereldoorlog het devies ‘Travail, Famille, Patrie’ zal gebruiken binnen de context van een uitgesproken conservatief en moralistisch Vichy-regime, hoort nu eenmaal geen libertijnse levenswandel, die Pétain wel degelijk had. Door zijn amoureuze verplaatsing mist Pétain het telegram van Joffre dat om 22u00 in Noailles binnenkomt en waarin staat dat hij zich de volgende dag moet aanmelden in Chantilly en intussen het 2de Leger marsklaar moet maken. Serrigny is in volle paniek omdat zijn chef onvindbaar is en gaat koortsachtig naar hem op zoek. Rond 03u00 ‘s nachts treft hij hem in het gezelschap van een vrouw in Hotel Terminus aan het Noordstation in Parijs. Serrigny brieft Pétain op de hotelgang zodat die toch nog tijdig op de hoogte is van de orders van Joffre. Na de ochtendlijke ontmoeting met Joffre zet Pétain zich op weg naar Souilly waar de Castelnau op hem wacht. Door de zware sneeuwval en spekgladde wegen komt Pétain hier pas om 19u00 aan. De Castelnau verruimt het bevel van Joffre door Pétain het bevel te geven over beide Maasoevers. Joffre bekrachtigt later deze beslissing. Pétain is nu wel in Souilly maar hij kan nog niet beschikken over zijn stafofficieren. Die zitten met zijn allen geblokkeerd op de ondergesneeuwde wegen. Dit maakt dat Pétain het moet stellen met enkel Serrigny. Samen brengen ze de nacht door in het huis van de notaris van Souilly.

De volgende dag is Pétain ziek. De diagnose zegt bronchitis of longontsteking, de bronnen verschillen. Het zijn bijgevolg Serrigny en Barescut die de noodzakelijke organisatie bij Verdun opnemen omdat Pétain met hoge koorts het bed moet houden.*6 Volgens Jean-Yves Le Naour heeft heel de bewieroking van Pétain een achterliggende politieke reden. De woede tegen Joffre is bijzonder groot en zowat iedereen is hem beu en wil hem weg. De reden dat de politici niet overgaan tot onmiddellijke actie heeft te maken met de voorbereiding van het Somme offensief. Ze nemen zich wel voor om Joffre de rekening te presenteren wanneer de Somme op een mislukking zou uitlopen. Intussen kijken ze wel al uit naar een mogelijke opvolger voor Joffre. In februari is Pétain echter een onbekende generaal. Om Joffre te kunnen vervangen is het noodzakelijk om Pétain eerst bij het brede publiek te introduceren. Le Naour wijst erop dat de perscensuur, die sinds het begin van de oorlog heerst, voor een groot deel wegvalt. De reden hiervoor zijn de verbeten gevechten bij Verdun die dankbaar materiaal vormen om het moreel op te krikken. Plots is er ook geen verbod meer om de naam van de bevelhebber te vermelden, wat voorheen wel verboden was. Joffre en de hogere officieren van het Grand Quartier Général zijn niet dom en begrijpen wat er zich in de coulissen afspeelt. Intussen wordt het land overstelpt met portretten van Pétain die verschijnen in kranten en tijdschriften.*7 Pers, politici en zelfs president Poincaré zoeken vanaf de tweede helft van maart Pétain op in Souilly.

President van de Republiek Raymond Poincaré

Die ontvangt hen allen correct en hartelijk, wat bijdraagt tot een positief beeld. Pétain speelt zijn rol als een volleerd acteur. Hij klaagt tijdens deze bezoeken dat hij niet genoeg manschappen en middelen krijgt om zijn taak naar behoren uit te voeren waardoor het negatieve beeld dat men over Joffre heeft verder versterkt wordt. Pétain speelt ook graag dat hij geschokt is door alle aandacht die zijn persoon krijgt. Intussen haalt hij wel auteurs zoals Henry Bordeaux en Louis Madelin aan om over hem te schrijven. Die dopen maar al te graag hun pen in de inkt waardoor de populariteit van Philippe Pétain alleen maar toeneemt.*8 Joffre ziet de storm dichterbij komen en beslist om niet langer af te wachten. Hij slaat toe voordat Pétain een nog groter gevaar kan vormen. Joffre ontneemt daarom Pétain het bevel over de troepen bij Verdun en vervangt hem op 1 mei door generaal Robert Nivelle. Pétain krijgt een nieuwe functie toegewezen in Bar-le-Duc. Die beseft heel goed dat hij gelimogeerd is en klaagt hier ook openlijk over.*9 Toch zal hij zich verder blijven bemoeien met de slag. Jean-Yves Le Naour stelt vast dat Pétain zich daarbij niet toont als de grote militair, een beeld dat hij erg graag over zichzelf neerzette. Het is eerder het omgekeerde. Er zijn diverse gevallen bekend waarin Pétain aarzelt, angstig is en zelfs paniekerig reageert. Zo raadt hij af om noodzakelijke aanvallen uit te voeren en doet tot grote woede van Poincaré betwistbare uitspraken in het bijzijn van andere geallieerde bevelhebbers zoals Douglas Haig.

De stad Verdun 1916

Zo verklaart Pétain tijdens een bijeenkomst op 31 mei dat Verdun met zekerheid zal vallen, wat grote woede opwekt bij Poincaré die vindt dat Pétain een beschadigingsoperatie uitvoert. Le Naour omschrijft de houding van Pétain met de term ‘catastrofisme’. Iedereen, inclusief historici, ontweken en verzwegen netjes het probleemgedrag omdat ze de figuur van Pétain niet wilden aanvallen. Daarnaast vergelijkt Le Naour de duurtijd van de bevelvoering van Pétain met die van Nivelle. Voor Pétain gaat die in tijdens de nacht van 25 op 26 februari en duurt tot 30 april. Doordat Pétain op 26 februari ernstig ziek is, neemt hij zijn taken pas meerdere dagen later op. Nivelle voert op zijn beurt het bevel vanaf 1 mei tot de tweede helft van december wat aanzienlijk langer is. Het is trouwens onder Nivelle dat het verloren gegane terrein zal heroverd worden. Le Naour concludeert dat de rol van Pétain werd overroepen en dat dit gebeurde met een duidelijk politiek doel. Joffre kon ook niet nalaten Pétain nog een laatste stevige steek te geven door na de slag rond te strooien dat Nivelle de echte ‘redder van Verdun’ was.*10 Joffre wou er met zijn uitspraak vooral voor zorgen dat Pétain definitief buiten spel werd gezet. Joffre overschatte echter het krediet dat hijzelf nog had. Ook hij wordt op zijn beurt weggehaald van het opperbevel en vervangen door Robert Nivelle die dan weer het vertrouwen verliest in april 1917 na het mislukte offensief bij Chemin des Dames. Midden mei 1917 zal Nivelle alsnog vervangen worden door Pétain. De dans van de bevelhebbers is hiermee rond. Le Naour besluit zijn uitgebreide analyse dat mythe en propaganda de rest van het werk zullen doen.


Bronnen:

  • *1 Le Naour, J.-Y. (2016, februari/1). “Pétain, l’imposteur de Verdun”. In: Historia. Mensuel 830.
  • *2 Serrigny is in 1945 tijdens het proces Pétain een van de belangrijkste verdedigers van de maarschalk. De relatie tussen Pétain en Serrigny was bijzonder nauw en hecht. Zie: Général Serrigny. (1959). Trente ans avec Pétain. Paris, Librairie Plon. (Heruitgegeven door Éditeur Perrin, epub).
  • *3 Le Naour, J.-Y. (2016, februari/1), art. cit.
  • *4 Zie Le Naour, J.-Y. (2014). op. cit., pp. 23-24 en ook: Le Naour, J.-Y. (2016, februari/1), art. cit.
  • *5 Prost, A. & Krumeich, G. (2017, 2015). op. cit., pp. 216-218. ; Le Naour, J.-Y. (2016, februari/1), art. cit.
  • *6 Zie voor heel de zaak Pétain: Le Naour, J.-Y. (2016, februari/1), art. cit.
  • *7 De bekendste portretten zijn die in L’Illustration en Le Miroir.
  • *8 Le Naour, J.-Y. (2016, februari/1), art. cit. en Herodote.net- Le Média de l’Histoire. (2016, 10 juni). “Jean-Yves Le Naour. Entretien avec André Larané”.
  • *9 Limogeren betekent het aan de dijk zetten of wegpromoveren van Franse officieren. De oorsprong van de term ligt in 1914. Hoge officiëren die door Joffre van hun bevel werden ontheven, werden naar de Franse stad Limoges gestuurd waar ze onder huisarrest werden geplaatst. Het is pas vanaf 1916 dat het woord ‘limoger’ zal gebruikt worden om officieren mee aan te duiden die werden opzij gezet of weggepromoveerd.
  • *10 Pétain kreeg eerder de titel ‘le sauveur de Verdun’

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *