Reisverslag 04-10-2019
Reisverslag 04-10-2019

Reisverslag 04-10-2019

Dag1

Dag 1

Vrijdag morgen komen we al om 6.00 het erf oprijden van La Gabrielle. Alles was nog in diepe slaap. Wie komt er dan ook zo vroeg aan, daar houdt  een gewoon mens geen rekening mee, dat er van die “Verdun -idioten” al zo vroeg uit Nederland aan komen. Na een uurtje pitten in de auto komt er leven in de brouwerij. Intussen is het Kippenhok van het slot gehaald en kunnen we onze spullen op zijn plek zetten. Maar ja dat was ook zo gedaan en nog steeds te vroeg om boodschappen te gaan doen voor het weekend . René onze huis-pyromaan ontfermt zich weer over de kachel . Binnen no time zit er flink de fik in en is het snel behaaglijk in het Kippenhok. Ik offer mezelf maar op om een kan koffie te zetten. Daar mee bezig is het verdacht stil om me heen en wat blijkt, de ouwe knarren liggen weer te pitten, het lijkt wel een uitstapje met bejaarden en ik wil rond gaan met de ondersteken. Wat een toestand!! Met een stevige kop koffie ga ik maar een plan de campagne maken voor de dag. Daarmee klaar ga ik ook maar even een uiltje knappen op de bank.

Het dorp Souilly de werkkamer van generaal Pétain

Na zo’n twee uur slapen komt er weer leven in de oude knarren, Herman komt als eerste weer in de wereld van de levenden. Hij is weer helemaal fit, althans dat zegt hij. Hij heeft namelijk de hele nacht ons weer gereden. De andere oudjes komen ook weer te voorschijn. Na wat rek en strek oefeningen en onmenselijke geluiden besluiten we om richting Verdun te gaan, we willen naar het dorp Souilly om daar het gemeentehuis te bezoeken. Het dorp Souilly ligt aan de Voie Sacree (de heilige weg) die loopt van Bar le Duc naar Verdun en was in 1916 de levensader naar het front bij Verdun. In het stadhuis van Souilly was de werkkamer van generaal Pétain de man die de slag bij Verdun vanuit Souilly heeft geleid.

Pétain neemt het commando over

Philippe Pétain

Door zijn enorme aandeel in het weerstaan van de Duitse aanval op Verdun, en zijn bijdrage als supervisor van Nivelle tijdens het terugslaan van de vijand, was Pétain ‘de Held van Verdun’.

De stad vereerde hem, evenals anderen die tijdens de slag veel betekend hadden, met een eigen straat. Bovendien droeg een plein zijn naam. Vanaf mei 1940 nam de 84-jarige, al wat kindse, Philippe Pétain de leiding op zich van het onbezette deel van Frankrijk. Vanuit Vichy regeerde hij aanvankelijk op autoritaire wijze maar algauw raakte hij zijn macht aan de Duitsers kwijt. Officieel bleef hij echter als regeringsleider aan en de Duitsers konden hierdoor gebruik blijven maken van de magische klank die zijn naam nog steeds voor veel Fransen had. De rol die hij speelde was uiterst dubieus maar waarschijnlijk dacht de oude man nog steeds het landsbelang te dienen. Na de oorlog zou hij als collaborateur ter dood worden veroordeeld, een straf die omgezet werd in levenslange verbanning naar l’île d’Yeu, voor de kust bij Vendée. De naar hem genoemde straat in Verdun (de Avenue Maréchal Pétain) werd omgedoopt in, hoe kan het ook anders, Avenue du Général de Gaulle; de Place Pétain werd Place de la Libération.

Pétain stierf 23 juli 1951 op het eiland Yeu. Zijn laatste wens was om nabij het Ossuaire van Douaumont, te midden van de mannen van wie hij hield, te worden begraven. President de Gaulle, zelf een oud Verdun strijder en daar gevangen genomen, wees dit verzoek van de hand en liet hem op het eiland Yeu ter aarde bestellen. De bewondering die de Gaulle aanvankelijk voor Pétain had, was via een diepe teleurstelling omgeslagen in afkeer.

Een in 1966 ingediende petitie, waarin Verdun-veteranen vroegen hun ’Held van Verdun’ alsnog bij Verdun te begraven, werd afgewezen. Zeven jaar later zorgden zes aanhangers van Pétain door middel van een sterk staaltje ‘particulier initiatief’ voor een hoop opschudding. In het holst van een zomernacht werd de graftombe van Pétain opengebroken waarna de kist richting Ossuaire de Douaumont werd gebracht. Om vroegtijdige ontdekking te voorkomen was de tombe weer gesloten en aangestreken met cement. De volgende morgen zag de beheerder van het kerkhof de nog natte specie en sloeg onmiddellijk groot alarm.

Toen de ontvoerders via de autoradio hoorden dat de toegangswegen naar het knekelhuis hermetisch waren afgesloten, besloten ze de stoffelijke resten zolang in een garage te Parijs onder te brengen. Pétain was in Frankrijk het gesprek van de dag. Pas na twee weken maakten de pétainisten, tijdens een persconferentie, de verblijfplaats van de grafkist alsmede de beweegredenen van hun wanhoopsactie bekend. Om de opnieuw opgelaaide discussie over een mogelijk eerherstel in de kiem te smoren besloten de autoriteiten geen strafvervolging tegen het groepje pétainisten in te stellen. Het dode lichaam van de oude maarschalk werd herbegraven op het Ile d ‘Yeu. Nog steeds is er op het ereveld voor het Ossuaire de Douaumont een plekje voor Philippe gereserveerd maar veel hoop op spoedige bijzetting is er niet. In 1986 ondernam de Franse president Mitterand een voorzichtige poging tot rehabilitatie: hij liet op wapenstilstandsdag bloemen op het graf van de maarschalk leggen, een gewoonte die hij tot 1993 vol zou houden. Onder druk van een sterke lobby uit de hoek van verzetsstrijders en joodse overlevenden van de Tweede Wereldoorlog moest hij in dat jaar met dit gebruik stoppen. Maarschalk Henri Philippe Pétain blijft een omstreden figuur in de Franse geschiedenis en tot op de dag van vandaag houdt hij de gemoederen bezig.

De Amerikaanse Generaal John Pershing heeft later in 1918 ook in Souilly in de oude werkkamer van Pétain zijn hoofdkwartier gehad.

Toen de Verenigde Staten in 1917 de oorlog aan Duitsland had verklaard, werd Pershing, inmiddels generaal, benoemd tot opperbevelhebber van het Amerikaanse expeditieleger (American Expeditionary Force, “AEF”). Op dat moment was er nog helemaal geen expeditieleger; het staande leger bestond uit 25.000 *) hooguit, en van een reserve was nauwelijks sprake. Pershing moest een goed georganiseerd leger rekruteren en kreeg dat ook op de been: 500.000 man. Uiteindelijk groeide het Amerikaanse leger binnen anderhalf jaar uit tot een strijdmacht van drie miljoen man. Pershing leidde persoonlijk het succesvolle Maas-Argonne-Offensief in 1918.

*) Dat lijkt wel erg weinig. Andere bronnen spreken van 100.000 à 150.000

We gaan via de Voie Sacree (de heilige weg) richting Verdun om daar de boodschappen voor het weekend te halen bij E.Leclerc. Na het inslaan van de nodige drank, stokbroden (volgens Rene “pain du stock”) en Franse stink kazen gaan we weer richting Romagne sous Montfaucon om JP van het museum 14-18 aldaar een bezoek te brengen. Onderweg stoppen we nog even bij de afslag naar het verwoeste dorp Haumont om daar onze lege magen even bij te vullen. We zien ook dat er daar op de parkeerplaats een nieuw monument is geplaatst in 2014.

Romagne sous Montfaucon

 
 
Na ons bezoek aan JP gaan we weer terug naar La Gabrielle om de twee broers Kees en Rob te verwelkomen. Kees en Rob komen in de na middag aan. In afwachting van Kees en Rob besluiten we om buiten een drankje te doen het weer is immers best lekker. Rob heeft voor dit jaar ook weer de inmiddels beroemde Indische Bogor van uit Den Haag bij zich. En dat is ieder jaar toch een feestje.
 

De twee broer Kees en Rob zijn inmiddels ook aan gekomen. En met een hartelijke verwelkoming dus ook de Bogor. Het is een gezellig weer zien en de verhalen en moppen en de flatus geluiden vliegen weer over de tafel.

Twee pensionado’s

Rob begint een speech en vraagt de aandacht, hij heeft voor ons allemaal een cadeau mee genomen. We zijn allemaal sprakeloos, het is een mooie set 3 D foto’s uit de eerste wereldoorlog. Wat een mooi cadeau Rob!!! Nogmaals bedankt!!!

Maar het is nog niet klaar, Herman neemt nu het woord, want we hebben nog wat te vieren. Rob en Henk zijn beide dit jaar met pensioen gegaan en dat kunnen we niet onopgemerkt voorbij laten gaan zonder die twee  in het zonnetje te zetten. Herman, René en ik hebben bedacht dat deze twee pensionado’s voor deze grote prestatie onderscheiden moeten worden. Voor wat er dan gebeurd ziet u in het onderstaande filmpje.

Ook krijgen de heren een heerlijk kistje met wijn.  En na al deze emotionele verwikkelingen zijn we toch wel toe aan onze Bogor!

Al met al weer een hele gezellige avond.

Dag 2

Na een wat onstuimige nacht “mijn bed staat ongeveer anderhalve meter naast die van Henk” met trillende trommelvliezen sta ik op. Henk heeft vannacht het hele Argonnen bos een kopje kleiner gemaakt. René daar tegen, “die slaapt in de zelfde ruimte waar Henk en ik in liggen” heeft volgens mij nergens last van gehad. Misschien maar goed ook want hij heeft beloofd ons een heerlijk ontbijt te maken. Normaal maakt Roland van La Gabrielle een ontbijt voor ons maar ja die is met Beatrice op vakantie. Na het maken van toilet is inmiddels de tafel gezellig gedekt voor een ontbijt. De twee broers zijn inmiddels ook weer in het land van de levende terug gekeerd. René staat al heerlijke uitsmijters te bakken en het is weer een gezellige boel.

De Duitse loopgraven van Saint-Baussant

We gaan weer op weg richting Saint-Mihiel, we willen daar de Duitse loopgraven die nog steeds intact zijn bezoeken.
Tranchee de Saint Baussant,ten noorden van het dorp Flirey, is Saint-Baussant een plaats van gevechten tijdens de 1e Wereldoorlog, voornamelijk in de jaren 1914-1915. Gelegen aan de frontlinie van de Saint Mihiel Salient. De Duitse loopgraven van Saint-Baussant zijn gerestaureerd en vrij gemaakt van beplanting door Franse en Duitse kinderen die daar tezamen op zomerkampen waren voor dat doel . Zo’n elf jaar zijn ze daar aan bezig geweest. Dit initiatief maakte het mogelijk om de gevallen soldaten tijdens de Grote Oorlog te gedenken en te eren, maar ook om vriendschapsbanden te smeden tussen de jongere generaties van de twee buurlanden.
De bezoeker vindt op de vele panelen alle informatie over het slagveld.

GPS; 48°53’11.4″N 5°49’05.2″E

Het is inmiddels laat geworden en beseffen dat we nog zo’n anderhalf uur terug moeten rijden naar Romagne. Onderweg in Saint Mihiel doen we nog wat boodschapjes voor ons ontbijt. Terug in Romagne besluiten we om in Dun sur Meuse naar het plaatselijke pizza restaurant te gaan. De avond zit weer vol van gezelligheid en de gebruikelijke ongein.

Dag 3

Goedesmorgens daar begin ik de dag mee! Ik heb beter geslapen dan de nacht hiervoor. Dat komt denk ik dat ik Henk voor het slapen heb gezegd dat ik bij hem in bed zou kruipen en kusjes geven als hij weer bomen wil gaan zagen en dat heeft geholpen. Ik heb hem van nacht niet gehoord. Hoe zou dat nu komen? René is al bezig met het maken van een heerlijk ontbijt. Rob en Kees komen ook opgefrist binnen.

König Karl quelle

Het is vandaag de laatste dag. Straks rijden we weer richting huis. Maar eerst willen we naar Binarville om daar de König Karl quelle en wat Duitse bunkers te zoeken. Maar helaas is dat niet gelukt omdat we niet goed zijn voorbereid. Volgend jaar beter.Vanaf Binarville gaan we terug naar Romagne sous Montfaucon om daar een bezoek te brengen aan de Amerikaanse begraafplaats ook om persoonlijke redenen. Daar aangekomen zien we dat de vlag halfstok hangt en vragen ons af waar voor. We horen dat vandaag de omgekomen Amerikaanse brandweermannen worden herdacht.

Tot Volgend jaar!!!