Richard Heijster mijmert zich af.
De generaal die zijn gezicht kwijt was
Vanaf mijn derde tot mijn tiende woon ik in Duitsland. Vader dient bij de Eerste Groep Geleidewapens van de Koninklijke Luchtmacht, vandaar. De eerste jaren verblijven we in het idyllische Werther, bekend van de snoepjes. Als ik leerplichtig word verhuizen we naar een Nederlandse wijk in Greven, bij Münster. Ik ga daar naar de Lt. Generaal A.B. Wolfschool. Die naam fascineert me. Als je Wolf heet moet je haast wel een echte bikkel zijn. En zeker als je ook nog eens de baas van mijn vader bent.
Zo’n zestig jaar later bezoek ik https://www.driant.fr/post/le-monument-du-bois-des-caures. Het is een toonaangevende Franse website over luitenant-kolonel Émile Driant. De man is in 1916 commandant van de 1200 Chasseurs à Pied, Jagers te Voet, van het 56ste en 59ste bataljon. Hun linies bevinden zich in het Bois des Caures, op ongeveer vijfhonderd meter van de Duitse linies iets ten zuiden van het dorp Flabas.
Op 21 februari 1916 barst de Slag bij Verdun los. Overste Driant en zijn mannen bevinden zich in het centrum van de grote aanval en lijden door hevige bombardementen zware verliezen. Het lukt de Fransen in het Bois des Caures niet om stand te houden, ze trekken zich na een dag van bloedige strijd terug. Daarbij sneuvelt Driant, hij wordt in zijn hoofd geschoten. De Fransman krijgt van de Duitsers een, naar omstandigheden, keurig graf.
Graf van Driant vlak na de oorlog.
Een stukje verder op de site lees ik dat een Duitse generaal in april 1916 – via het Rode Kruis – weduwe Marcelle Driant een plattegrondje stuurt met de plek waar ze de resten van haar man kan vinden, een paar woorden om het verdriet te verzachten en een foto van het graf. De naam van deze Duitser, zo lees ik, is Von Wolff. Ik denk meteen terug aan de generaal uit mijn schooljaren; de twee generaals hebben vrijwel dezelfde stoere achternaam.
Korte tijd later worden op internet foto’s uit een oud privéalbum aangeboden. Op de achterzijde van eentje staat in slecht leesbaar Duits: ‘Kommandeur d. 28. Res. Inf. Brig. General Major von Wolff vor seinem Unterstand in der Flabas Schlucht.‘
‘Commandant van de 28e Reserve Infanterie Brigade. Generaal-majoor von Wolff voor zijn schuilplaats in het dal van Flabas.’
Ik herken de naam van de Duitse generaal direct. In combinatie met de plek waar de foto is gemaakt kan het niet missen: de man op de foto is de Duitser die mevrouw Driant de troostende woorden stuurde. Een flinke kerel die heel manhaftig, met een been op een grote steen, poseert.
Zonder er verder over na te hoeven denken koop ik het portret. Ik geef toe: er zijn weleens grotere historische ontdekkingen gedaan. Maar toch ben ik blij en ben ik er zelfs een beetje trots op dat ik, dankzij mijn geheugen en flink wat geluk, na ruim een eeuw een galante militair zijn gezicht heb teruggegeven.
Exhumatie van overste Émile Driant ten behoeve van zijn herbegrafenis onder het monument.
Monument au Colonel Driant et à ses chasseurs. Overste Driant werd hier op 22 oktober 1922 in een gewelf onder de centrale steen herbegraven. Onder de kruizen liggen dertien niet geïdentificeerde chasseurs.
NB: een deel van de foto van Von Wolff heb ik door een vriend wat laten aanpassen. De enthousiaste knippers en plakkers onder ons moeten nog éven geduld hebben. Ik ben ook met een ander projectje bezig en daar heb ik het òngeblurde fotoprimeurtje voor gereserveerd. De foto van Von Wolff in deze mijmering is slechts een soort voorproefje.
Alle illustraties: archief Richard Heijster
Apart en boeiend verhaal. De schrijver ervan lijkt de Eerste Wereldoorlog nog steeds te beleven.
Ik ben zeer benieuwd naar dat “andere projectje” van hem.
De schrijver van het stuk (of beter gezegd columnist?) heeft er geen moeite mee privézaken met het eigenlijke verhaal te vermengen. Dat is zo met de meeste verhalen van hem in deze rubriek. Het maakt het enorm persoonlijk en het geeft daardoor extra waarde. Goed stuk dat naar meer smaakt.
Es freut mich zu sehen, dass Herr Heijster der deutschen Seite der Geschichte während des Ersten Weltkriegs immer noch den gleichen Respekt entgegenbringt wie der Seite der Alliierten. Übrigens bin ich wirklich überrascht, dass sein Buch Krieg nie ins Deutsche übersetzt wurde: Es besteht ein Mangel an wirklich neutralen Historikern.
Mij valt op dat de illustraties bij de verhalen van Heijster steeds goed gekozen zijn en boeiend om naar te kijken. Over de teksten is al e.e.a. gezegd en daar sluit ik me graag bij aan. Nieuwsgierig naar dat projectje.
Hallo Anna. Heb je mijn tip ter harte genomen en ben je hier toch gaan kijken 🙂
Ja. Dat was een prima tip. Ik vermaak me hier uitstekend. Verhalen die je nergens anders leest, maar dat vertelde je al. Zou Richard Heijster gidsen?
Wederom een mooi stuk.